Alle berichten van Constantino

Mariana in verkiezingssfeer


Op de route van mijn huis naar het centrum passeer ik een buurtkroeg waar met grote letters op de muur is geschilderd: ‘Aqui tem Jornal Ponto Final’, ‘Hier is de krant Ponto Final te koop’. Meestal koop ik op vrijdag dat plaatselijke krantje. Maar ruim een week geleden zei de man aan de bar: hij is er nog niet … Later vertelde Daniele me dat de krant niet was verschenen omdat één van de kandidaten voor het burgemeesterschap, Roque Camêllo, de favoriet van de huidige burgemeester, iemand had betaald om de resultaten van een opiniepeiling in zijn voordeel te vervalsen. Afgelopen vrijdag is de krant weer wel verschenen, maar ik heb geen woord kunnen vinden over waarom de Ponto Final een week geleden niét verscheen. Ook de website zegt er niets over.
Een paar weken geleden schreef ik hier over de dood van João Ramos, oud-burgemeester van Mariana en dit jaar opnieuw kandidaat voor het hoogste lokale ambt. Hij werd met pistoolschoten vanaf een motorfiets van het leven beroofd en het heeft er ten minste de schijn van dat de opdracht tot de moord was gegeven door een andere kandidaat voor het burgemeesterschap.
Korte tijd nadat ik dat bericht over de dood van João Ramos had gepubliceerd, kwam ik op straat een auto tegen met daarop meer dan levensgroot het portret van ene Terezinha Ramos, kandidaat voor het burgemeesterschap nummer 14. Ik was haar nog niet eerder als kandidaat tegengekomen en Augusto bevestigde mijn vermoeden: Terezinha is de viuva, de weduwe van João Ramos en zij heeft het stokje van hem overgenomen.
Mariana leeft al helemaal in verkiezingssfeer, al mogen de stemmen pas op 5 oktober worden uitgebracht. Er worden dagelijks foldertjes of kranten tussen de spijlen van het hek aan de straat door gegooid, met grote regelmaat rijden er luidsprekerwagens rond die soms je trommelvliezen danig geweld aan doen en twee dagen geleden verschenen de eerste groepjes op straat die op belangrijke kruispunten met vlaggen zwaaien of die kiezers op straat bestoken met folders en praatjes.
Het hoort bij verkiezingen in Brazilië dat er met verdachtmakingen en beschuldigingen wordt gestrooid en Mariana vormt daarop geen uitzondering. Eergisteren stapte Daniele binnen met een krant van onduidelijke herkomst, die zij in de bus had gekregen. Hét nieuws was dat de kandidatuur van Roque Camêllo, en zijn kandidaat voor het vice-burgemeesterschap, door Justitie zou zijn geannuleerd omdat ze stemmen zouden hebben gekocht en dat is in Brazilië verboden, al ziet het ernaar uit dat het wel op grote schaal gebeurt. Bovendien liet Daniele me met onverholen genoegen de uitslag zien van een opiniepeiling, die met ruim 32 procent werd aangevoerd door Terezinha. In de Ponto Final van gisteren stond ook het verhaal over de justititële ingreep, maar op een inlegvel werd meegedeeld dat de kandidatuur van Camêllo en zijn vice-kandidaat van kracht blijft zolang er geen definitieve uitspraak is.
Kennelijk had de Ponto Final een uitslag van een eigen opiniepeiling willen publiceren, maar dat ging niet door op grond van een protest van enkele partijen, waaronder die van Terezinha Ramos. Hun bezwaar: in de peiling was de partij van de kandidaat die achter de tralies zit niet meegenomen. ‘De familie van die kandidaat heeft zijn kandidatuur openlijk ingetrokken’, schreef de Ponto Final, maar het leek de krant kennelijk toch maar beter met publicatie even te wachten.
Roque Camêllo zou stemmen hebben ‘gekocht’ door, samen met de zittende burgemeester, op een vergadering van leerkrachten te stellen dat ze maar het beste op Roque konden stemmen om hun baan te behouden. Ik ben benieuwd hoe de definitieve uitspraak van Justitie daarover zal zijn. Volgens mij is de kans groot dat als in verkiezingstijd zulke uitspraken niet mogen, de meeste kandidaten in dit land hun mond moeten houden, want je hoort overal om je heen dat het soms onbegrijpelijke stemgedrag van Brazilianen in niet geringe mate is te danken aan het feit dat ze zich hun stem laten ontfutselen met mooie beloften. Dat schijnt vooral heel gebruikelijk te zijn bij mensen die hier bijvoorbeeld een baan bij de gemeente hebben.
We kijken met spanning uit naar de volgende opiniepeiling.

De laatste Prodent


Vandaag is het twee maanden geleden dat ik Brazilië als immigrant binnenkwam. Mijn tweede vermaanddag dus. Nederland raakt steeds verder weg. Vanavond poets ik mijn tanden voor het laatst met Prodent. Dan stap ik over op Sorriso, Glimlach, zeg maar: de Prodent van Brazilië.
Nog steeds geen centje heimwee. Ik voel me hier prima. Dank zij de bebedouro zijn kolibri’s mijn dagelijkse gasten en ik blijf ervan genieten hen gade te slaan. Vanochtend vroeg had ik er alweer zeven gezien voordat ik onder de douche ging.
Met de ‘gebreken’ van het Braziliaanse leven heb ik nog steeds niet zo veel moeite. Het trage internet, de trage instanties, de onduidelijke antwoorden op vragen, er valt uitstekend mee te leven als je je er maar een beetje op weet in te stellen; en dat lukt me heel aardig. Er staat bovendien zo veel tegenover. Gisteren moest ik een boodschap doen in het centrum en Daniele zou me de winkel wijzen. Ik vergezelde haar toen ook maar op een tocht langs winkels met kinderkleding, waar ze een pakje wilde kopen voor haar zoon die zondag twee jaar oud wordt. De verkoopster haalde stapels en stapels jongenskleren uit vakken en van rekken, Daniele liet ze allemaal uitgebreid door haar vingers gaan, een tweede keer en zelfs een derde keer. Er kwamen nog meer kleren bij – en ten slotte bedankte Daniele vriendelijk en gingen we de winkel uit zonder iets te hebben gekocht. De verkoopster zei ons ook heel vriendelijk gedag en geen spoor van teleurstelling. Kom daar in Nederland eens om.
In de volgende winkel van hetzelfde laken een pak. Omdat ik aanbood een deel van de aankoop te betalen (die impliciete bedoeling ken ik inmiddels) gingen we terug naar de eerste winkel. De verkoopster keek oprecht verbaasd dat we terugkwamen – en dan nog zo snel ook.
Dat geduld in winkels verrast me telkens weer. Als Nederlander zou ik me generen dat ik iemand zó veel moeite laat doen, maar dat leer ik vermoedelijk nog wel af. Het is me hier zelf al meer dan eens overkomen dat een winkelier niet heeft wat ik nodig heb. Dan sturen ze je meteen naar een collega en als je een paar dagen later hun winkel passeert, vragen ze: is het gelukt?
Nóg zo’n voorbeeld: je moet een bedrag van 10,85 reais betalen en de winkelier vraagt of je misschien 85 cent hebt, want hij is door zijn kleingeld heen. Als blijkt dat je wel 50 cent hebt, zegt hij: geef dat dan maar. Ze zullen zo wel nooit rijk worden, maar het maakt het leven wel een stuk aangenamer.
Redenen genoeg dus om hier te blijven. Mijn retourticket was geldig op 17 augustus, bedenk ik me nu. Geen moment aan gedacht op die dag …

Tiradentes; leren van de geschiedenis


In het afgelopen weekend was ik in Tiradentes, vermoedelijk het kleinste van de cidades históricas, de historische steden in de deelstaat Minas Gerais. Tiradentes is een pareltje, een levend openluchtmuseum. Het is één van die steden die ontstond toen er goud werd gevonden, die vervolgens bloeide en bloeide en zijn rijkdom gedeeltelijk investeerde in mooie gebouwen en vaak uitbundig versierde Barokke kerken. Naderhand kwam het verval, toen het goud zo ongeveer op was. Maar gelukkig is Tiradentes vrijwel geheel bewaard gebleven, net als de eerste havenstad die voor verbinding met de goudstreek zorgde: Parati (of Paraty). Beide steden zijn tijdig gered; in Tiradentes is in de dertiger jaren van de twintigste eeuw een begin gemaakt met het herstel van het historische centrum. Mede dank zij een streng beleid van de IPHAN, de Braziliaanse Rijksdienst voor de Monumentenzorg, is Tiradentes nu voor zo’n negentig procent in een zeer goede staat hersteld. Een fikse vooruitgang is dat recent alle ontsierende telefoon- en elektriciteitsleidingen onder de grond zijn weggestopt. Als je eens naar de historische bestrating kijkt, realiseer je je direct wat een ingrijpende operatie dat moet zijn geweest. Ook lelijke straatverlichting is uit het centrum verdwenen; sierlijke antieke straatlantaarns aan de gevels versterken nu het fraaie straatbeeld, ook ‘s avonds.
Via internet was ik terecht gekomen in Pousada da Matriz, een klein hotel annex antiekwinkel aan de straat die van de Matriz, de kathedraal, naar beneden loopt; voor degenen die Tiradentes al eens hebben bezocht: de straat die je inkijkt vanaf het terras vóór de kerk. Aan de achterkant van het oude pand zijn vier appartementen gebouwd, ook geheel in oude stijl, met bijvoorbeeld voor ieder appartement andere oude deuren. Heel comfortabel ingericht, met uitstekend sanitair. Wie met mij Tiradentes gaat bezoeken, kan erop rekenen dat ik ga proberen daar te boeken! De eigenaars: Maria do Rosário en haar van oorsprong Chileense echtgenoot Fernando, spannen zich enorm in om het hun gasten naar de zin te maken. Aan de telefoon had Maria het gehad over een ‘excelente café de manhã’, een excellent ontbijt – en ze bleek daarmee geen woord teveel te hebben gezegd, want ook voor de twee gasten die er verbleven had ze met haar hulp alles uit de kast gehaald. Inclusief twee soorten heerlijk volkorenbrood, vier smaken yoghurt, drie soorten jam en een ruime variatie aan de in Brazilië bij het ontbijt gebruikelijke koekjes en cakes. ‘s Middags op het terras achter de pousada zorgde de gastheer voor een caipirinha en voor crêpes en voor de lunch stelde hij een uitstekend pastagerecht voor.
Het was mijn vierde bezoek aan Tiradentes, maar dank zij de eigenaars van de pousada kon ik nog met iets nieuws kennismaken: op een paar kilometer afstand blijkt een artistiek gehucht te liggen waar een aantal kunstenaars en beoefenaars van verschillende takken van kunstnijverheid actief zijn. Bichinhos heet het en het bleek een bezoek meer dan waard. Als ik per auto had gereisd, had ik er mooie dingen voor mijn huis kunnen kopen. Nu bleef het bij een aantal kleine ‘lembranças’, souvenirs.
Ten slotte nog even een toelichting op de naam Tiradentes. Letterlijk betekent dat ‘tandentrekker’ en het stadje is vernoemd naar een tandarts die in de omgeving van Tiradentes is geboren. Hij was één van de mensen die een beweging voor de onafhankelijkheid van Brazilië begon. Met een aantal medestanders werd hij verraden en ter dood veroordeeld. Bij anderen werd die straf omgezet in verbanning of verlaging in rang, maar de beslissing van de Portugese koning om ook Tiradentes niet op het schavot te laten sterven, kwam in Brazilië aan toen het vonnis net was voltrokken. Tiradentes werd onthoofd, gevierendeeld en zijn resten werden op verschillende plaatsen ‘tentoongesteld’. Het hielp allemaal niet: de onafhankelijkheid van Brazilië werd er alleen door uitgesteld en de verhouding tussen Portugal en de kolonie werd er alleen maar meer gespannen door. Tiradentes is de grote held van de onafhankelijkheid geworden en in Ouro Preto, hier heel dichtbij, staat zijn standbeeld op een naar hem genoemd plein. Wrang is dat de onafhankelijkheid van Brazilië ten slotte werd uitgeroepen door een lid van de Portugese koninklijke familie zelf.
Er zou heel wat bloed zijn gespaard als politici – zoals Luns – uit de geschiedenis van de onafhankelijkheid van Brazilië de les hadden geleerd dat het streven naar onafhankelijkheid van koloniën nooit echt de kop kan worden ingedrukt.

Op de foto links Tiradentes, rechts (met de gele kozijnen) Pousada da Matriz

Bebedouro




Ik heb zo mijn favoriete vogels. In Nederland was dat de fitis, vanwege zijn melodieuze liedje, met het melancholieke slotakkoordje. Hier is het de kolibri, die mij al van jongsaf heeft gefascineerd. Ik zag het vogeltje voor het eerst in het vogelhuis van Artis. Maar in de vrije natuur kwam ik mijn eerste beija-flor, ‘bloemenkuster’, zoals ze hier heet, tegen in Americana SP, waar ik door een straat liep die was omzoomd door bomen met een dicht bladerdek. Ineens bewoog er iets, vlak bij mijn gezicht, ik dacht dat het een heel grote vlinder was, maar het bleek dus een beija-flor te zijn, die de bloemen in de boom met een bliksembezoek hun nectar ontfutselde.
Als je ze naar je huis wilt lokken, kun je een bebedouro ophangen, een plastic bol met aan de voet drie grote plastic bloemen. Je vult de bol met suikerwater en als het een beetje meezit, moet je om de andere dag de inhoud vernieuwen. Ik kocht vorige week in het supermarktje hier in de straat zo’n bonte bebedouro, Daniele vulde hem en het duurde niet lang voordat er een vogeltje aan de rand hing om zijn dunne snaveltje in het gaatje van de bloem te prikken.
In het weekend was ik een paar dagen weg en toen ik terugkwam hing de lege bebedouro er nutteloos bij. Ik vulde hem opnieuw en het duurde niet lang voordat er weer een vogeltje ‘aan de bar hing’. Maar helemaal tevreden was ik pas toen gisterenmiddag ineens een beija-flor in de lucht stilstond (nou ja, stil, met zoveel vleugelslagen per seconde?), positie koos en zijn lange snavel in één van de bloemen prikte, tot driemaal achter elkaar. Toen ik mijn camera tevoorschijn had gehaald, kwam ze nog eens langs. Vanochtend lag ik op bed naar buiten te kijken – en ja hoor: opnieuw de beija-flor aan de bar, even later zelfs een tweede (er zijn hier veel verschillende soorten), die met haar pootjes aan de rand hing.
Sommige vogels hebben hier een naam. ‘Qual o seu nome?’, hoe heet je, vroeg ik snel. ‘Inês’, antwoordde ze en ze stak haar snavel in het gaatje. ‘Inês, Ineke’, dacht ik, ‘ach ja, natuurlijk, ik had het kunnen weten …’

Spannende ervaringen

Toen ik vorig jaar een halfjaar in Mariana woonde, heb ik de harddisk van mijn laptop verspeeld; zo goed als zeker kwam dat door de sterke wisselingen in de stroomvoorziening. Ik las een verhaal in één van de grotere kranten hier dat jaarlijks vele computers in Brazilië de geest geven als gevolg van stroomstoringen en blikseminslag. Aangeraden wordt om bij onweer alle kabels te ontkoppelen, niet alleen die voor de stroomvoorziening, maar ook die voor je modem en telefoon. Een kennis hier in Mariana vertelde me dat de PC van zijn dochter inderdaad door blikseminslag volstrekt naar de haaien is gegaan.

De PC die ik vorig jaar moest kopen ter vervanging van de laptop werd compleet met spanningsstabilisator geleverd. Maar ik had er zelf ook al één gekocht en ik ben nu blij dat ik de (nieuwe) laptop op zijn eigen stabilisator kan aansluiten. Dat je zo’n apparaat niet voor niets hebt, blijkt talloze malen als je in de stabilisator een klik hoort als gevolg van het feit dat een spanningsval of -stoot moet worden gecompenseerd. Als ik het licht aan heb, zie ik aan de lamp dat de spanning inderdaad even wegzakt. Datzelfde gebeurt trouwens als je onder de douche gaat en warm water wilt. Alle lampen geven dan ineens een stuk minder licht.

Laatst had ik een heel vreemde ervaring. Ik ben er al wel min of meer op voorbereid dat af en toe het licht helemaal uitvalt. Dat is me dit jaar nog niet één keer overkomen, maar laatst zat ik aan de PC, toen die met alle aanhangsels ineens helemaal stilviel. Ook het licht in mijn ‘werk’kamer en op de gang ging uit. Maar in de keuken brandde de (spaar)lamp nog wel. Als ik een gloeilamp aanstak, deed die het soms op minder dan halve kracht, als een flakkerend kaarsje, soms niet. De spaarlamp in de woonkamer deed het eerst wel, maar toen ik hem uit had gedaan en weer inschakelde, kwam hij kennelijk niet meer op krachten. Alleen die lamp in de keuken bleef vrolijk doorbranden. Bij de bovenburen was het kennelijk van hetzelfde laken een pak: een raam waarachter een spaarlamp brandde en verder niets. Bij de buren werd het huis gerenoveerd en daar was volop licht, aan de overkant leek alles ook in het donker te zitten. Na een uur of zo ging alles ineens weer aan.
Kaarsen of een zaklantaarn zijn hier dan ook geen luxe. Ik nam een opwindbare zaklantaarn mee uit Nederland en die hangt aan het hoofdeind van mijn bed. Eigenlijk zou ik er nog minstens één in de keuken moeten hebben, aan de andere kant van het huis.

Een paar dagen geleden kocht ik een ‘verhuistransformator’. Die kan 110V omzetten in 220V en – mocht het ooit nodig zijn – ook omgekeerd. Eindelijk kon ik mijn baardtrimmer opladen. Meteen daarna nam ik mijn baard onderhanden en doordat ik mijn bril niet op had, stelde ik de baardlengte verkeerd in en is mijn baard nu dus korter dan hij ooit is geweest, sedert ik hem in 1967 liet staan. Ik heb de foto hiernaast aangepast.

Voordat ik verhuisde nam ik van alle apparaten die ik wilde meenemen de benodigde Volts op. Mijn scheerapparaat bleek te werken op alles tussen 12 en 250V, maar de baardtrimmer dus alleen op 240V. Zo’n trafo heb ik vermoedelijk ook nodig om mijn onderweg zijnde iMac te kunnen gebruiken en zeker om de eveneens in aantocht zijnde accuboormachine te kunnen opladen.

Je schijnt vrij gemakkelijk een deel van de stopcontacten op 220V te kunnen laten instellen, doordat men hier met een ander systeem werkt. Ik begreep dat er drie aders worden gebruikt, waarvan de buitenste samen met de middelste 110V geven. Verbind je de beide buitenste, dan geven die samen 220V – of zoiets. Maar het lijkt me een beetje link en bovendien is de kans op verwarring groot, zodat ik er niet voor heb gekozen.
Alles wat ik hier in Mariana koop werkt met 110V. Bij aanschaf via internet moet je altijd nadrukkelijk kiezen voor óf 110V óf 220V, tenzij het om een instelbaar apparaat gaat. Mijn nieuwe Saeco espressomachine, eergisteren afgeleverd en gisteren met succes in gebruik genomen, heb ik dus nadrukkelijk voor 110V besteld. Ik heb hier nog geen echte espressomaling gevonden, maar de extra fijn gemalen filterkoffie gaf toch al een echte espresso, met een heel redelijk cremalaagje.

Berichten uit de supermercado

Vandaag heeft Daniele in de supermarkt een ontdekking gedaan die de kwaliteit van mijn leven hier verhoogt. Uit de vrieskisten diepte zij ineens verschillende vegetarische producten op van het merk Perdigão. Een vegetarische cordon blue, vegetarische hamburgers en ‘mini kibes’, iets waarvan ik niet weet hoe het in Nederland heet, maar dat me niet geheel onbekend voorkomt, een soort kroketje met puntige uiteinden. Ik sprong ter plekke een gat in de lucht want tot nu toe moest ik het doen met wat de creativiteit van Daniele (zelf overtuigd carnivore, maar met belangstelling voor alternatieven zonder vlees) op mijn bord toverde, met zelf samengestelde sojaprutjes en met mandioca, een zeer smakelijke proteïneleverancier, naar ik begreep.

Ik kocht een pakje wasknijpers, die met zijn zessen op kartonnetjes waren gestoken. Dat bleken stukjes te zijn van een verpakking van een product dat misschien uit de handel was genomen, keurig op maat gesneden. Een sympathieke vorm van hergebruik, die hier wel vooral op economische gronden zal worden toegepast, maar die ook in rijkere landen voor een zinnige besparing op grondstoffen zou kunnen zorgen.

Daar staat dan weer tegenover dat ze hier graag alles, maar dan ook alles voor je inpakken. Dat levert na een bezoek aan de supermarkt een hele collectie kleine plastic zakjes op, die je gebruikt om je afval aan het hek te hangen.
Vorige week kocht ik drie pakjes met papieren zakdoeken, net als elders in plastic verpakt, maar je koopt ze hier wel per pakje apart. De verkoopster stond erop ze in dik pakpapier in te pakken en het pakje met plakband te verzegelen. Alsof het om een cadeautje ging. Een Nederlandse winkelier zou vast hebben uitgerekend dat zo’n verpakking veel te veel kost en al helemaal als hij zou zien hoeveel tijd er met het inpakken heen gaat. Maar hier is het een mooie vorm van werkgelegenheid creëren en bovendien straalt het een rust uit die weldadig aandoet.

Kinó

Bezig met een boodschappenlijstje vroeg ik Daniele of ik nog iets huishoudelijks moest meenemen. Ja, zei ze, caldo Kinó. Ik schreef het op en liet het haar zien. Ze wierp er een vluchtige blik op en knikte dat het in orde was.

Caldo is bouillon en daarvan had ik al meer dan eens iets meegenomen, maar het merk Kinó kende ik nog niet. In de supermarkt is een flink schap met allerlei soorten caldo gevuld en ik zocht twee- of driemaal alle planken af, maar het merk Kinó kwam ik niet tegen.

Een dag of wat geleden was ik opnieuw in de supermarkt en Daniele had me verteld dat het een gewoon rechthoekig doosje moest zijn. Weer tweemaal het hele schap met mijn blik afgegraasd en weer niets gevonden. Ik zag verderop een vakkenvulster bezig en ik riep haar hulp in. Ze keek me heel aardig aan en stond meteen op om me te helpen, maar wel met een blik in de trant van: wat kijken mensen soms slecht uit hun doppen.

Voor het schap dat ik zojuist had geïnspecteerd wees ze een plank aan met caldo van het merk Knorr. En toen ging er ineens heel luid een bel rinkelen in mijn hoofd. Ik herinnerde me een noot bij een vertaling van August Willemsen. Hij legt daarin uit dat Brazilianen soms moeite hebben met het uitspreken van verschillende medeklinkers na elkaar. Ik maakte daarmee voor het eerst kennis toen ik merkte dat Brazilianen het woord advogado (inderdaad, advocaat) uitspreken als adzjivogado, met een i ertussen dus. August Willemsen gaf als voorbeeld de veel voorkomende voornaam Edison, die hier vaak wordt geschreven als Edson, omdat de Braziliaan hem toch met die hulp-i uitspreekt en niet meer weet hoe hij hoort te worden geschreven. Voeg erbij dat een r aan het einde van een woord soms tamelijk onhoorbaar wordt uitgesproken – en je begrijpt dat Knorr gemakkelijk verandert in Kinórr en voor het gehoor in Kinó. Benieuwd of ik in een volgend geval op tijd in de gaten heb dat ik een i moet wegdenken.

Probleem opgelost

Nadat ik vanmiddag bijna eindeloos via de ´rediscar´ (herhaal)toets van mijn telefoon had geprobeerd dat steeds in gesprek zijnde nummer te bellen, bedacht ik me ineens dat ik misschien nog het nummer van de provider moest toevoegen. En ja hoor, onmiddellijk kreeg ik een vriendelijke helpdeskmedewerker aan de lijn die mijn Braziliaans-Portugees graag in het Engels beantwoordde. Hij gaf mij een nieuw wachtwoord en daarmee was ik onmiddellijk thuis online.