Alle berichten van Constantino
Het Jaar Van De Mier?
Queijo oftewel kaas
![]() |
Geitenkaas uit Nederland |
![]() |
Mijn favoriete Gruyère |
Als de spanning eraf is
Het regent, het zegent …
Piepkleine duiven
Voor het eerst vielen ze me op toen ik met iemand op bezoek ging bij een familie in één van de verre buitenwijken van Rio de Janeiro, een jaar of tien geleden. We stapten uit de auto in een soort carport en plotseling zag ik twee kleine duifjes overhangende struiken in vluchten. Ik was stomverbaasd: duiven met het formaat van een gemiddelde leeuwerik, 15–18cm van snavel- tot staartpunt, zo klein had ik ze nog nooit gezien. Inmiddels weet ik dat ze in vrijwel heel Brazilië tot de meest voorkomende vogels behoren. Ze gedragen zich als echte tortelduiven: man en vrouw zitten graag dicht tegen elkaar aan, ze geven elkaar bijna onophoudelijk kopjes en pikken elkaars verenkleed schoon. In het vorige huis waar ik in Mariana woonde, zagen we dagelijks een groep van soms wel twintig van die rolinhas roxas, zoals ze heten. De buren daar fokten kippen en eenden en strooiden kwistig allerlei korrels uit op de aarden vloer van de quintal, de binnenplaats. De rolinhas deden zich er graag te goed aan en zaten vaak op de omheining te wachten tot er nieuwe korrels kwamen.
Het vrouwtje van de rolinha roxa (er zijn verschillende soorten rolinhas) is beigekleurig en heeft schuine, donkere strepen over haar vleugels. Ze oogt uitgesproken elegant en zou in Parijs of Florence geen vreemd figuur slaan. Het mannetje heeft een kastanjekleurig lijf en een grijs kopje. Hij doet me denken aan een butler; met een bolhoedje op zou hij in Londen thuis kunnen zijn. Het paar staat op de vierde foto, links hieronder. Het mannetje broedt trouwens keurig mee, zoals is te zien op de tweede foto rechts.
In het groen bij mijn huidige huis kregen we ook regelmatig bezoek van een paartje en soms van nog een ander koppeltje. Ik zette een keer een plastic bakje met canjiquinha, kleine maiskorreltjes, voor ze op het terras. Maar ze raakten ze niet aan, kwamen er zelfs niet naar kijken. Na geruime tijd las ik dat ze hun eten alleen bij elkaar scharrelen als het van de grond is op te pikken. Daarom strooide ik de canjiquinha vervolgens op de aarde rondom de pé de coco, de cocosboom. En toen was het meteen raak! Niet alleen de rolinhas roxas deden zich eraan te goed, ook pardais, mussen, pikten letterlijk hun graantje mee en na enige tijd dook een paartje canários da terra verdadeiro op, kanaries waarvan het mannetje een opvallend oranje petje op heeft (zie de foto hierboven).

Gisteren fladderden ze af en toe van de ene tak naar de andere en op een gegeven moment waren ze neergestreken op de comedouro, de voedertafel. Niet om er te eten, maar om vanaf een rustige en veilige plek het leven om hen heen gade te slaan. Ik maakte er gebruik van om een staatsieportret van ze te maken (zie boven dit bericht). Gisterenavond in de schemering trokken ze zich weer in de cocosboom terug.
En alsof dat allemaal nog niet mooi en boeiend genoeg is, zit nu ook onze beija-flor of kolibrie opnieuw op het nest onder het dak aan de achterkant, waaruit pas eind mei twee jongen zijn uitgevlogen. Het lijkt hier wel voorjaar in plaats van winter.
Uitgevlogen!
Vanochtend waren ze duidelijk te zien: twee kopjes van jonge beija-flores, kolibries, over de rand van het nestje. Die vliegen misschien dit weekend nog uit en anders volgende week, dacht ik. Gemiddeld verlaten ze na 22-24 dagen het nest en volgens onze berekeningen zou het dit weekend zover zijn.
Aan het eind van de morgen moest ik even weg. Wat zie ik in mijn op vogels afgestelde ooghoek? Eén van de twee jongen, filhotes op zijn Braziliaans, is aan het einde van zijn vermoedelijk eerste vliegpoging neergestreken op het terras vóór mijn huis. Ik kon hem benaderen, hij keek me aan en bleef zitten. Ook van mijn fototoestel leek hij niet bang. Naderhand heeft Daniele hem even in de hand gehad en toen ik terugkwam, kon ik hem weer dicht benaderen. Maar toen ik probeerde of hij op mijn vinger wilde gaan zitten, fladderde hij op en zocht een zitplaats op een tak van een boompje. Zijn vader of moeder waarschuwt het jong nu regelmatig met een scherp tikgeluid. De middag kan hij op de tak doorbrengen, maar ik denk dat hij vanavond terug naar het nest moet, want ‘s nachts is het onaangenaam koud.
Jonge beija-flor-tesoura
Braziliaanse seizoenen

Is het bij jullie te merken als het voorjaar is?, vroeg iemand me laatst per e-mail. Nauwelijks, kan ik daarop antwoorden. De echte natuurkenners zullen vast kunnen vertellen dat bepaalde planten in bloei komen als volgens de kalender de lente begint, maar er zijn hier het hele jaar door telkens weer nieuwe bloemen en wat maakt dat het er hier altijd warmer, aangekleder en gezelliger uitziet, is dat de bomen nooit bladloos worden, behalve dan de ipê, die opvalt doordat hij geen blad heeft als hij vol hangt met bloemen. Alle andere bomen lijken als het ware steeds een beetje te ruien; tussen groen blad zie je hier en daar een exemplaar dat er de brui aan geeft. En sommige bomen met grote bladeren zijn er het hele jaar druk mee plaats te maken voor nieuw blad.
Een Braziliaan zei ooit tegen mij dat men hier veel minder gevoel voor de seizoenen heeft en dat er eigenlijk maar twee seizoenen zijn: de overwegend droge tijd en de natte maanden. Je kunt dat goed zien in het moerasgebied de Pantanal, dat in de natte periode nauwelijks is te bezoeken omdat grote delen dan onder water staan. Alleen in de drogere periode zakt het waterpeil zodanig dat wegen er begaanbaar zijn.
Vanwege die twee seizoenen heb ik nu dus het gevoel dat het winter is, hoewel eind maart de herfst begon. Dat neemt niet weg dat de beija-flor-tesoura, de kolibrie op de foto, alweer enige tijd op het nestje zit. Er kunnen zomaar opeens weer jongen zijn. Dat gaat eigenlijk vrijwel het hele jaar door.
Het zal duidelijk zijn dat het best herkenbare teken van de overgang van de warme naar de koelere periode hier de wisseling van kleding is. Als ik vroeg de deur uit moet, doe ik een warme trui of een jack aan (waar ik soms na anderhalf uur alweer last van heb), en de lange broek is weer wat meer in trek dan de bermuda. Bovendien past bij dit seizoen ’s avonds warme chocolademelk.
Dat overigens ook hier het klimaat verandert, zien we op de TV. In het uiterste zuiden van het land, het deel dat grenst aan Uruguay en Argentinië, is de temperatuur gedaald tot vlak bij het vriespunt. Dat wordt nog niet als normaal beschouwd. Als ik nu op reis ging, koos ik de andere kant. Onze vrienden André en Siese belden vanuit Paraíba in de nordeste, het noord-oosten, en vertelden dat het daar ondanks de herfst volop zomer is.