Het leven van een vegetariër is hier in Brasil wat gecompliceerder dan in Nederland. Dat heeft er – om meteen een wijdverbreid misverstand uit de weg te ruimen – niet zozeer mee te maken dat Brazilianen zulke verstokte carnivoren zijn. Veel mensen blijken het idee te hebben dat een Braziliaan niet zonder veel vlees zou kunnen, maar dat beeld past misschien meer bij de Argentijn. De meeste Brazilianen lijken wel van vlees te houden, maar ze overdrijven dat niet. Vis is in dit land ook enorm populair, en niet alleen aan de kust.
Een complicerende factor voor de vegetariër is dat Brazilianen een andere opvatting hebben van vlees, dat ‘carne’ heet. Toen ik hier voor het eerst rondreisde, leerde ik dat kip (frango) hier niet als vlees wordt gezien en ham (presunto) evenmin. Wie geen vlees naar binnen wil krijgen, moet dus zeggen ‘Não como carne, nem presunto, nem frango’, ‘Ik eet geen vlees en ook geen ham of kip’.
Bij het samenstellen van je lunch (almoço) buiten de deur is het opletten geblazen. Als er bij een gerecht staat dat het bestaat uit ‘beringela com queijo e tomates’, aubergine met kaas en tomaat, moet je toch even controleren of er geen ham in is verwerkt.
Gelukkig wordt een vegetariër hier absoluut niet als een paria beschouwd en in de betere restaurants zijn er voldoende vegetarische alternatieven, zoals de eerder door mij in dit weblog genoemde mandioca, croquetjes met kaas of aardappel, gebakken of gekookt ei of omelet. Ook in de supermarkt zijn vegetarische vleesvervangers te koop, maar het aanbod is zeer wisselend. In de grootste supermarkt van Mariana is het enige steeds verkrijgbare vegetarische product ‘bolinhos de aipim’, een soort croquetjes van een cassavesoort, maar als je ze uit het schap haalt, moet je goed kijken of ze queijo, kaas, bevatten, want voor hetzelfde geld zit er ook kip in. Bij de keuze van diepvriesproducten lees ik voor de zekerheid steeds de complete ingrediëntenlijst; meer dan eens bleek er toch iets van vlees in te zijn verwerkt. Overigens neemt de belangstelling voor gezond eten hier ook toe en dat speelt de vegetariër soms in de kaart.
Dat Brazilië een van de grootste sojaproducenten ter wereld is, merk je in de supermarkt aan het aanbod van ‘carne de soja’, sojavlees, net als in Nederland in de vorm van grovere of kleinere sojabrokken. In de recepten op de doos wordt er overigens meestal van uitgegaan dat de sojabrokken worden gecombineerd met vlees!
De belangrijkste maaltijd voor de Braziliaan is de ‘almoço’, de warme lunch. Net als in Frankrijk wordt daar in Brazilië tijd voor uitgetrokken. Een ‘snelle hap’ is er hier vrijwel nooit bij. En vanwege de omvang en het belang van de lunch is het heel gebruikelijk, vooral in de grote steden, om die in een restaurant te genieten. Net als in Frankrijk zie je ook veel werkende Brazilianen in de grote steden betalen met een speciaal restaurantpasje. En in veel restaurants kunnen mensen die onderweg of op hun werkplek willen lunchen een meeneemmaaltijd ophalen, die dikwijls wordt aangeduid met de term ‘marmite’.
De almoço is ondenkbaar zonder ‘arroz’, rijst, en ‘feijão’, een saus van bruine of vrijwel zwarte bonen, die soms geheel vloeibaar is. Als de bonen zijn gecombineerd met vlees, heet het gerecht ‘feijoada’. Rijst is voor de Braziliaan wat de aardappel is voor veel Nederlanders. Het grappige en smakelijke is dat de aardappel en bijvoorbeeld ook spaghetti hier geen vervangers zijn voor de rijst, maar daarmee worden gecombineerd. Je kunt dus rijst nemen mét gebakken aardappel of frietjes of mét spaghetti. Populair is hier de zoete aardappel.
Al is de Braziliaan niet zo’n verstokte vleeseter als de Argentijn, bij de liefhebbers van vlees is de ‘churrasco’, de vleesbarbecue, erg populair. En in restaurants zie je vaak een ober rondlopen met een enorme spies met vlees, waarvan op je bord stukken worden afgesneden. ‘Rodízio’, schijnt dat te heten. Mijn indruk is dat de churrasco veelal ’s avonds wordt genoten en in het weekend op lunchtijd.
Die rijst en bonen gaan gepaard met een dikwijls grote keur aan gekookte en verse groenten. De bloemkool en broccoli (vaak met knoflook) zijn hier zeer populair, net als couve, een soort kool van grote bladeren, die worden geblancheerd en in smalle reepjes gesneden. Ook aubergine, worteltjes, doperwten en gekookte bietjes zijn hier vaak voorradig, evenals een met mayonaise bereide salade van aardappel, worteltjes, appel, rozijnen en dergelijke. Aan verse groenten doen we ons verder te goed in de vorm van onder andere sla en tomaten. Bovendien hoort vers fruit (mango, appel, ananas) tot de populaire bijgerechten bij de lunch.
Brazilië kent verder groentensoorten die in Nederland bij mijn weten onbekend zijn, zoals de jiló, die er uitziet als een soort vrucht ter grootte van een kleine, groene, langgerekte peer en die van binnen op aubergine lijkt. Net als de aubergine wordt hij gebakken. De okraboon is hier ook te krijgen, maar hij heet quiabo.
Ten slotte (letterlijk en figuurlijk) zijn Brazilianen gek op zoete toetjes. In één van de populaire restaurants in Mariana heb je altijd keus uit minstens zes verschillende desserts. Vaste prik zijn ‘doce de leite’, een crèmeachtig toetje van gecondenseerde melk en suiker (véél lekkerder dan het zo klinkt), ‘goiabada’, een soort ingedikte jam, die een lekkernij is samen met witte kaas, ‘pudim’, de caramelachtige pudding die in Portugal zo populair is, en vervolgens toetjes als aardbeien-kwarktaart en chocoladetaart. De Braziliaan geneert zich niet als hij zijn dessert samenstelt; meer dan eens bestaat het nagerecht uit drie verschillende toetjes – of je gaat gewoon tweemaal terug naar de desserttafel.
Over de andere maaltijden een volgende keer. En o ja, Anita, je vroeg me of ik hier zelf ook nog kook. Er wordt hier zó goed voor me gezorgd dat ik dat heb afgeschaft. Alleen maak ik van tijd tot tijd een tiramisu, want die kom je in restaurants maar zelden tegen.
Op de foto (klik erop om hem te vergroten) vooraan mamão (papaya) en verderop (paars) batata doce, zoete aardappels.