Categoriearchief: Uncategorized

Ontreddering in Brasil


Na mijn vorige bericht kregen we ineens drie dagen zon en de zomer leek echt begonnen. Maar inmiddels zal iedereen duidelijk zijn dat de zon hier vooral figuurlijk geheel verstek heeft laten gaan. Het aantal doden als gevolg van de overvloedige regenval staat nu (zaterdagmiddag) volgens de TV al op 555, en dan gaat het om het zwaarst getroffen gebied in de deelstaat Rio de Janeiro. De situatie lijkt het ernstigst in enkele bergstadjes in die deelstaat, maar de TV meldde zojuist ook dat in niet minder dan 80 gemeenten in de deelstaat Minas Gerais (waar ik dus woon) sprake is van een precaire situatie en gisteren werd gemeld dat in deze deelstaat ook al meer dan vijftien doden waren te betreuren. Bovendien staat de stad São Paulo en omgeving voor een deel onder water. De situatie is op dit moment gewoon rampzalig, vooral in stadjes zoals Teresópolis, Petrópolis, Itaipava en Nova Friburgo in het berggebied ten noorden van Rio de Janeiro.
De televisiebeelden spreken boekdelen. Zojuist zag ik een reportage gemaakt vanuit een helikopter. Grote gebouwen die gedeeltelijk boven weggeslagen hellingen hangen, enorme modderlawines die alles op hun weg lijken te hebben meegesleurd, huisjes, bomen, auto’s. Aan de voet van de lawines in de straten van bijvoorbeeld Teresópolis versperren bergen huisraad, op de kop gesmeten auto’s en modder, modder en nog eens modder de doorgang. De ellende en de ontreddering zijn zo groot dat niet alleen de getroffenen zelf, maar ook hulpverleners en verslaggevers hun tranen niet binnen weten te houden.
Mariana is ook in de bergen gebouwd, maar van ernstige schade lijkt hier nog geen sprake te zijn. Als je de beelden van elders op TV hebt gezien, ga je wel anders naar de stad kijken. Veel huizen zijn hier op tamelijk steile hellingen gebouwd (met mijn vorige huis was dat ook het geval) en Mariana kent een aantal huizen die min of meer boven de afgrond zijn gebouwd. Ook een hotel in het historische centrum grenst aan de achterzijde aan een loodrechte helling. Als er niets aan de hand is hebben de bewoners van die huizen en de gasten van het hotel een prachtig uitzicht, maar in deze omstandigheden ga je daar toch anders naar kijken.
Vanuit mijn huis zie ik aan de overkant van de stad een volgebouwde helling (zie de foto) en ik hoop voor de mensen die daar wonen dat de regen, die nu ook weer overvloedig naar beneden komt, niet lang meer zal duren. Maar de verwachtingen zijn voorlopig niet positief.
Er wordt een zware tol betaald voor het feit dat mensen hier ergens tegen een helling een huis of een optrekje hebben gebouwd, al of niet met toestemming van de overheid en vaak zonder zich voldoende te hebben vergewist van de kwaliteit van de ondergrond. Vorig jaar liet een geoloog op TV zien dat sommige hellingen er wel rotsachtig uitzien, maar dat je er desalniettemin soms met je blote handen stukken vanaf kunt breken en dat het in je handen kan verpulveren. Het is te hopen dat de overheden een stringenter beleid gaan voeren als het gaat om het toestaan van bouwen in de bergen.
De TV betrekt het hele land bij de ellende in de getroffen gebieden. Sommige kanalen brengen bijna onafgebroken reportages uit de deelstaat Rio de Janeiro. Heel vervreemdend is het als een studioprogramma met een zeer populaire presentator begint met een verbinding met verslaggevers in de getroffen steden, maar na een kwartiertje terugkeert naar de ‘werkelijkheid’ in de studio: de grappen en grollen van de presentator, een podium vol dansende en schaars-geklede jongedames en een tribune vol luid-klappend en lachend publiek. ‘Het leven gaat door’, heet dat ook hier.

Mijn vrienden Andrea en Daniel in Brisbane (Australië) maakten ook bange dagen door vanwege de enorme overstromingen. Maar vandaag kreeg ik van hen een e-mail die liet weten dat het water tot op dertig centimeter van hun huis is gekomen en toen het hoogste punt had bereikt.

Het regent gaten in de weg


Het is niet zo erg als in Australië, waarvan de beelden en de berichten me ook hier bereiken, maar eveneens in Brasil komt nu al geruime tijd heel veel regen naar beneden. Het hoort bij de tijd van het jaar en bij de tropen natuurlijk, maar vorige keren dat ik hier dit seizoen meemaakte, was de regen niet zó hevig als nu. Bovendien breekt er geregeld een fors onweer los, dat geruime tijd boven Mariana blijft hangen en dat zo hevig tekeer gaat dat het raadzaam is niet alleen de computer uit te zetten en alle kabels los te trekken, maar ook de radio en de TV het zwijgen op te leggen.
Gisteren meldde het TV-journaal dat in onze deelstaat Minas Gerais inmiddels zestien mensen zijn overleden als gevolg van het noodweer. In Mariana zelf lijkt dat niet het geval te zijn, gelukkig.

Twee dagen geleden moest ik met de auto naar Cachoeira do Campo, een deelgemeente van Ouro Preto, op een kleine veertig kilometer van Mariana. Vanwege al die regen waren we voorbereid op gaten in de weg. Zodra het hier na een periode van droogte eens flink regent, vallen er onmiddellijk gaten in het asfalt. Kennelijk is de ondergrond vaak niet erg stevig en de kwaliteit van het asfalt laat ook te wensen over. Ik heb er hier al eens over geschreven hoe me dat op een reparatie van zo’n honderd euro kwam te staan. Van die ervaring heb ik geleerd om extra goed vooruit te kijken met ogen in de gaten-detectiestand. Tijdens de rit moest er aardig wat geslalomd worden, maar wat ik eerder nog niet in deze mate was tegengekomen: op verschillende plaatsen was een provisorische markering aangebracht vanwege stukken wegrand die waren weggespoeld en vooral vanwege zand- en rotshellingen die door al dat hemelwater naar beneden waren gekomen. Op een bepaald stuk was het asfalt voor meer dan de helft onzichtbaar geworden door een dikke laag aarde, stenen en takken. Bij elke onoverzichtelijke bocht langs een berghelling moet je er rekening mee houden dat aan de onzichtbare kant de weg versperd kan zijn door een instorting. Gelukkig bleef het tijdens de heen- en terugrit grotendeels droog, zodat gaten en ander ongerief meestal tijdig waren te herkennen, maar ik was toch blij weer veilig thuis te zijn aangeland.
De plavuizen die mijn huis omringen zijn zodanig aangelegd dat het meeste regenwater vanzelf wegloopt in de richting van twee putten. Af en toe moeten we het met een brede trekker een handje helpen. Het dak lijkt tegen het watergeweld bestand; alleen in de voorraadkamer buiten naast de keuken loopt de goot soms over, zodat er een grote plas op de vloer ontstaat. En verder groeit al het groen op het terras aan de voorkant dat het een lust is. Maar van mij mag het morgen weer eens voor een hele tijd lekker droog en warm worden.

Op de foto een nog tamelijk onschuldig gat, vergeleken met de gaten van soms wel een halve meter diep. Desalniettemin rijd je er maar beter omheen.

Voor het laatst: mieren en de bebedouro

Al meermalen heb ik hier verslag gedaan van mijn niet-aflatend gevecht met de mieren (klein en groot) die de bebedouro belagen, het flesje waaruit de beija-flores of kolibri’s zoet water komen drinken. Af en toe leek het er even op of ik de mieren had weten af te troeven, maar steeds kwamen ze terug. Ik had werkelijk van alles geprobeerd, maar niets leek echt te helpen. Sedert geruime tijd was het de gewoonste zaak van de wereld dat ik ’s morgens tot wel twaalf mieren in de bebedouro aantrof, hetzij boven de waterspiegel, hetzij verdronken in het zoete vocht. (Misschien kan een mier zich geen mooiere dood voorstellen?) Ze wurmden zich door de bloemsteeltjes naar binnen, al zou je zweren dat ze er niet doorheen passen; af en toe was er ook één klem blijven zitten. Ik moest bij het schoonmaken en opnieuw vullen van de bebedouro heel wat mierenoverschotjes wegspoelen.

Mieren schijnen niet echt te kunnen zwemmen en water zou hen kunnen tegenhouden. Maar de bakjes waarvan bebedouros soms zijn voorzien, bleken te klein voor de grote mieren die het de laatste maanden op mijn bebedouro hadden voorzien; die wisten kennelijk over het wateroppervlak heen te stappen. In een laatste vertwijfelde poging keek ik de bebedouro nog eens aan en ik dacht: ik zou er een groter kapje bovenop moeten monteren dat ik kan laten vollopen met water. Toen schoot me te binnen dat ik nog ergens restanten van net zo’n bebedouro moest hebben en toen ik daarvan het bovenkapje op de kop hield, bedacht ik me ineens dat dat misschien altijd al de bedoeling was geweest. Soms is het leven zo eenvoudig dat je er straal overheen kijkt.
Ik draaide het kapje om, zorgde voor een goede afdichting en vulde het bakje met water. De mieren die daarna langs het touwtje afdaalden, klonterden vlak boven de waterspiegel samen, maar de oversteek wisten ze niet meer te maken. Sedert een dag of twee is er geen mier meer te bekennen. Ik hoop hier nooit op terug te hoeven komen.

Op de foto’s: klein: de bebedouro zoals ik hem kocht, met een afdakje; groter: de bebedouro met het afdakje omgekeerd en gevuld met water.

Sinterklaas op zijn Braziliaans


Hoe rooms-katholiek dit land ook mag zijn, Sinterklaas heeft het nooit zover geschopt dat hij hier zo’n extreem populaire heilige is geworden. Hij heeft hier een heel seculiere evenknie, Papai Noël, zeg maar: Papa Kerst. Ieder jaar opnieuw verbaast het me zo’n warm ingepakt mannetje met volle witte baard te zien in de warenhuizen, op internet en hier in Mariana van tijd tot tijd in het winkelgebied en op veranda’s van woonhuizen. Maar ik wen er langzamerhand aan dat kerstbomen en dergelijke het hier goed doen zonder sneeuw, maar juist in de hoogzomerse warmte.
Kerst is hier een zeer commercieel feest en het lijkt elk jaar erger te worden. Ik krijg dagelijks van verschillende internetwarenhuizen aanbiedingen per e-mail, maar de laatste dagen krijg ik van sommige winkels twee- of driemaal per dag een reclamemail met kerstaanbiedingen en -kortingen. Al dat commerciële geweld leidt ertoe dat heel veel Brazilianen vinden dat kerst niet zonder cadeaus kan. Jaren geleden al werd me hier in Brasil op het hart gedrukt dat de kans beroofd te worden het grootst is in de dagen vlak vóór kerst; ook de armen willen hun kinderen niet onbedeeld laten en als ze kans zien ergens iets te ritselen, zullen ze het zelden laten, werd me verteld.
Een bekende plaatselijke kunstenares, Cacá Drummond, organiseert in Mariana al acht jaar lang een actie waarvoor zij speelgoed en kinderkleding inzamelt om die door Papai Noël en zijn helpers te laten uitdelen aan kinderen in de minder bedeelde distritos (buurtschappen) van Mariana. Bovendien organiseert Cacá in hetzelfde kader een lunch voor de bejaarde bewoonsters van een bejaardenhuis in onze stad. De dames krijgen bij die lunch een kerstpakket met een collectie shampoo, zeep en lekkere luchtjes.

Dit jaar gaf ik niet alleen een stoffelijke bijdrage, maar ik bood ook mijn lijfelijke hulp aan bij een rondrit langs zes buurtschappen, wat een rit bleek te zijn van niet minder dan 180 kilometer! Een paar dagen tevoren had ik mijn baard flink ingekort, maar dat bleek voor Cacá geen beletsel om me meteen tot Papai Noël te bombarderen. Aan de grens van elke buurtschap beklom ik in rood-wit gewaad en getooid met een warme muts de laadbak van een pickup truck. Ik zwaaide naar alle dorpsbewoners die zich lieten zien en de pubers bij me in de laadbak riepen om het hardst de kinderen toe bij het schooltje of op het plein een presentje in ontvangst te komen nemen. Het was een feest die gezichten in gespannen afwachting en daarna met innig-tevreden blikken te zien van de kinderen en vaak ook van de moeders die blij waren hun kind met een kerstcadeautje te zien.
Niet alleen Cacá Drummond organiseert haar actie, ook winkeliers en de posterijen bieden hun hulp aan. Veel kinderen mogen op school hun liefste wens op een stukje papier schrijven. Al die papiertjes gaan dan naar bijvoorbeeld een drogaria, een drogisterij/apotheek, of naar een postkantoor, waar ze in een doos op de toonbank staan. Wie een ruim hart heeft, kan er een briefje uit vissen en dient dan het gevraagde cadeautje op tijd op dezelfde plaats ‘aan te leveren’. Mijn huisgenote Daniele trok het briefje van bijgaande foto. De tekst luidt vertaald: “Ik wil van Papai Noël graag een autootje van Hotwoees (bedoeld is: Hotwheels) krijgen. Leeftijd: negen jaar. Naam: Maxsuel Henrique Rosa”. De juf heeft er de naam van de school onder geschreven.

Overigens is het hier altijd een beetje oppassen geblazen met zulke acties als je de organisatoren niet kent. Ook in Brazilië zijn er slimmeriken die graag misbruik maken van de warme gevoelens die kerst en kinderen oproepen om daar een slaatje voor zichzelf uit te slaan.

Vriezers in een warm land


Toen ik naar mijn eigen huis verhuisde, kocht ik een vriezer (freezer, zoals ze hier worden genoemd). Bij het rondneuzen op internet viel me op dat er in koelkasten een enorme keus is, maar dat je naar een vriezer voor huis-tuin-en-keukengebruik goed moet zoeken. Er zijn er meer te koop voor commercieel en industrieel gebruik.
Voor mijn huishoudentje is een vriezer een must. Er worden in dit land vegetarische hamburgers gemaakt, maar mijn supermarkt, de grootste van Mariana, had ze alleen heel in het begin van mijn verblijf hier, heel even. Daarna heb ik er vele malen naar gevraagd en mijn wens werd trouw genoteerd, maar zonder resultaat. Daarom haal ik ze tegenwoordig in Ouro Preto met een paar dozen tegelijk, die gezellig koel met elkaar in de vriezer verdwijnen.
Gisteren zag ik tot mijn grote verbazing en verrassing dat mijn supermarkt eindelijk de vegetarische hamburgers in het assortiment heeft opgenomen. Ik heb er meteen vier dozen van gekocht, om de vriezer bij te vullen én om te laten merken dat er een afnemer voor is. Benieuwd hoe lang ze verkrijgbaar blijven.
Inmiddels weet ik waarom de keus in freezers zo klein is. In de tijd dat ik voor het eerst in Brasil kwam, was de inflatie nog torenhoog. Gezinnen die het zich konden permitteren, hadden toen een freezer om flinke voorraden te kunnen inslaan, voordat de prijs vermoedelijk alweer de volgende dag omhoog zou gaan. Zo kon je met je huishoudbudget wat langer toe.
Iemand die leeft van de veeteelt vertelde me eens dat het einde van de inflatie hem en zijn collega’s dwong tot een andere manier van zakendoen. “Vroeger verkocht je een pasgeboren kalf zo snel het maar kon, om er zoveel mogelijk voor te vangen”, legde hij me uit; “nu moet je uitrekenen hoeveel het je kost het groot te brengen en het verkopen als de verhouding tussen die kosten en de opbrengst het beste is.” Terwijl de prijzen voor de consumptie stegen door de geldontwaarding, verminderden de opbrengsten voor de producenten.
Toen die hoge inflatie eindelijk was beteugeld, was de noodzaak van zo’n grote voorraad er niet meer en freezers werden overal te koop aangeboden. De Brazilianen wilden eindelijk wel eens van de luxe van verse producten genieten. Een koelkast is hier een absolute noodzaak, maar de freezer is als verwijzing naar de vroegere inflatie in diskrediet geraakt. Alleen ik spin er nog steeds garen bij, om met een vreemde beeldspraak af te sluiten.

Spoorzoeken tussen de zerken


Vandaag was het 2 november, Allerzielen, de dag waarop veel Brazilianen hun doden herdenken. Ze doen dat zoals ik het van de Fransen leerde kennen: door een bezoek aan de begraafplaats, die aan het einde van de dag op een bloemenzee lijkt.
Ruim een jaar geleden, op 15 oktober 2009, overleed plotseling mijn goede vriend Augusto Paulo Celestino. Precies een jaar later werd hij herdacht in een mis in de mooie barokke kerk van São Francisco. Het leek me desalniettemin een mooi idee vandaag, twee weken later, een bezoek aan zijn graf te brengen. Vorig jaar deed ik dat ook, maar toen was het graf onvindbaar, zodat ik mijn bloemen achterliet op een onbestemd graf in de buurt waar Augusto begraven moest liggen.
Het was druk op de begraafplaats, toen ik aan het begin van de middag arriveerde. Ik ging meteen op zoek, maar opnieuw bleek het graf onvindbaar. Ik herinnerde me waar ik het ongeveer moest zoeken en bleef in die omgeving ronddwalen. Drie dames merkten me op en vroegen waar ik naar op zoek was. “O, Augusto Paulo, de advocaat”, zei een van de drie. Ze bleek Augusto te hebben gekend. Met haar twee vriendinnen ging ze mee op zoek, maar het had geen resultaat. Ze verwezen me ten slotte naar iemand die op de begraafplaats werkte en die vast wel raad wist. Een heel aardige Braziliaan, heel voorkomend, maar hij legde me uit dat hij ook op andere begraafplaatsen werkte en daardoor niet alle graven kende. Zijn collega, de beheerder, was gaan lunchen, maar als hij terugkwam, zou hij me zeker helpen. Andere bezoekers die me zagen zoeken, vooral vrouwen, boden hun hulp aan en zochten mee. Veel mensen bleken Augusto op zijn minst een beetje te hebben gekend, hetgeen me niet verbaasde, want ik had vaak gemerkt dat op straat de één na de ander hem groette. “Augusto, dat was toch de broer van Maria Clara?”, herinnerde iemand zich; ik kon het beamen.
Maar dat alles bracht me niets verder. De plant die ik had meegenomen raakte in begrafenisstemming; ze verloor een takje bloemen en een blad. De medewerker van de lunchende collega, kennelijk een beetje gegeneerd omdat ik zó lang moest wachten, nam me mee de heuvel achter de begraafplaats op, want daar zou een plattegrond zijn. Maar het gebouwtje was aan alle kanten op slot. De heuvel weer af, op een muurtje uitgerust en vervolgens weer tussen de graven door gelaveerd. De tombes liggen vaak heel dicht tegen elkaar aan, zodat je er niet gemakkelijk tussendoor kunt. Toen ik dacht dat het ergens wel kon, zag ik op het laatste moment dat het een graf zonder enige verhoging was dat ik dreigde te betreden, zodat ik schielijk achteruit deinsde.
Om vijf uur ’s middags gaat de begraafplaats gewoonlijk dicht. Omstreeks die tijd werd ik schielijk uit mijn denken gewekt door iemand die me ook had helpen zoeken. “Daar!”, wees hij me, “die meneer moet je hebben.” De beheerder was terug van de lunch, hoorde mijn vraag aan, zei dat hij zich Augusto vagelijk herinnerde, maar niet zijn graf. Hij nodigde me uit weer de heuvel op te gaan en deze keer was het niet voor niets, want hij beschikte over de sleutels. Na het ontgrendelen van minstens vijf of zes sloten kwamen we in een computerhok. Op de ene computer zocht hij Augusto op naam en datum, eerst tevergeefs omdat mijn vriend per abuis was omgedoopt tot Augusta. En vervolgens toonde een andere computer op een plattegrond plaats en nummer van het graf of túmulo. Terwijl de beheerder me vertelde dat de politiek niet erg in begraafplaatsen is geïnteresseerd, tot er iemand in de familie of uit de politiek overlijdt, bracht hij me naar de plek waar Augusto ten grave was gedragen. Het moest het graf van zijn vader zijn, hadden verschillende behulpzame mensen me verzekerd. Er stond een heel andere naam op de steen, van ene Pereira, een hier heel veel voorkomende naam. “Maar hij ligt hier echt”, verzekerde de beheerder me. Toen ontdekte ik achter een grote plant een ander bordje, met de naam en data van Jefferson Celestino, inderdaad: de vader van wijlen Augusto. Ik liet de plant achter, nam afscheid van enkele mensen die me hadden bijgestaan en was zeer opgelucht dat ik mijn attentie niet opnieuw op het graf van een onbekend iemand had moeten achterlaten. Augusto was weer even deel van mijn leven geweest.

Op de foto: het deel van de begraafplaats van Santana waar mijn vriend begraven ligt.

Brazilië krijgt een vrouwelijke president


Gisteren, op de dag die ik mij uit mijn jeugd herinner als ‘hervormingsdag’, heeft Brazilië voor het eerst een vrouwelijke president gekregen. Dilma Rousseff van de Partido dos Trabalhadores (PT), de partij van de huidige president Lula, heeft de tweede ronde van de verkiezingen met een overtuigende voorsprong gewonnen: zij kreeg 56,05 procent van de 105 miljoen uitgebrachte stemmen, haar tegenstrever José Serra van de zich ook sociaal-democratisch noemende PSDB (Partido da Social Democracia Brasileira), haalde 43,95 procent.
In haar eerste toespraak na het bekend worden van de uitslag stak Dilma vooral de Braziliaanse vrouwen een hart onder de riem. “Ik zou het waarderen, zei ze, als de vaders en moeders hun dochters nu recht in de ogen zouden kijken en zouden zeggen: JA, de vrouw kan het! De gelijkheid van mannen en vrouwen is een essentieel principe voor de democratie.”
De Folha de São Paulo, de krant die door Nederlanders wel wordt gezien als de NRC van Brazilië, deed moeite het kamp van Serra toch ook een beetje winnaar te maken. Bij het tellen van de stemmen in de verschillende deelstaten haalde de PSDB ruim 47 procent van de stemmen, “bijna de helft van het electoraat”. De krant telt daarbij de stemmen op die naar een andere partij, de DEM, gingen en kan zo concluderen “dat de oppositie vanaf januari 52,3 procent van de kiezers gaat regeren”. Het lijkt Nederland wel: de verliezer wint eigenlijk toch.
Een lezer geeft als commentaar op de site van de krant: “We moesten lachen om deze reportage. Dilma werd gekozen en de PSDB gaat 52 procent van het electoraat besturen. Het ontbreekt er nog maar aan dat de Folha zegt dat de PSDB het land gaat regeren”.
En een andere lezer wijst er even op dat de partij DEM (Democratas) voortkomt uit een partij die actief en geaccepteerd was tijdens de militaire dictatuur van 1964 tot 1985. Ook in Brazilië laten niet alle lezers zich door de media foppen.

De afbeelding komt van de site van de Folha de São Paulo (www.folha.uol.com.br/).

Nogmaals: de presidentsverkiezingen


Zoals vermeld in een toevoeging op mijn vorige bericht kiest Brazilië in een tweede ronde van de presidentsverkiezingen, op 31 oktober, of de volgende president voor het eerst een vrouw zal zijn of, zoals tot nu toe gebruikelijk, weer een man. De strijd gaat nu nog tussen de twee kandidaten Dilma Rousseff en José Serra. Dilma is de favoriet van de nog steeds immens populaire huidige president Luiz Inácio Lula da Silva, kortweg Lula.
Het ziet ernaar uit dat, als er geen zeer onverwachte dingen gebeuren, Dilma Rousseff gaat winnen. In de nieuwste opiniepeiling krijgt zij 49 procent van de stemmen en José Serra blijft steken op 43 procent. Vijf procent van de stemmen in deze peiling is blanco of ongeldig en slechts drie procent van de ondervraagden heeft nog niet besloten welke kandidaat de voorkeur krijgt. Van alle geldige stemmen zou 54 procent naar Dilma Rousseff gaan en 46 procent naar José Serra.
Maar het blijft spannend tot het laatste moment, want de campagnes hebben ook hier een Amerikaans karakter. Dat wil zeggen dat men niet of nauwelijks terugdeinst voor in mijn ogen minne tactieken, zoals het in de openbaarheid brengen van vermeende kwalijke gedragingen van de kandidaten of hun directe omgeving. In reclamespots van José Serra wordt weer verwezen naar de kwestie van de mensalão, de corruptieaffaire uit de eerdere jaren van Lula’s presidentschap. Waarbij niet meer wordt gewezen op het feit dat destijds bleek dat ook onder het vorige presidentschap dezelfde praktijken gangbaar waren, geïnitieerd door de partijen die toen met de president samenwerkten. Tegenstanders van Dilma Rousseff vallen haar ook aan op haar standpunt over abortus. Zij zou daarover hebben gezegd dat abortus mogelijk moet zijn, al zei ze op een ander moment dat ze zich niet kan voorstellen dat een vrouw ervoor kiest. Als er weer zoiets uit de hoge hoed wordt getoverd, kunnen de kansen keren.
Maar op dit moment lijkt Dilma Rousseff dus de beste kansen te hebben. In haar TV-spots kan ze een hele rij presenteren van maatregelen waarmee de regeringen onder Lula’s leiding de positie van velen in Brazilië hebben versterkt. Serra doet zelfs geen moeite daar iets vergelijkbaars tegenover te stellen. In zijn spots probeert hij de kiezers te overtuigen dat het niet gaat om concrete maatregelen, maar dat je de president vooral moet kiezen op zijn karakter.
De presentatie van José Serra komt minder overtuigend over; zijn optreden op TV is een stuk vlakker dan dat van Dilma Rousseff. In dat opzicht is het geen wonder dat Dilma momenteel de hoogste ogen gooit. Over ruim twee weken weten we wie de komende vier jaar aan het presidentiële roer zal staan.

De afbeelding komt van de site van ‘Datafolha’, de onderzoeksafdeling van de ‘Folha de São Paulo’, Braziliës beste dagblad.

Brasil gaat stemmen


Na vijf weken Nederland ben ik terug in Brasil. Blij dat ik weer in dit land mag zijn. Een land dat aanstaande zondag verkiezingen gaat meemaken zoals Nederland die niet kent. De Brazilianen gaan op één dag namelijk verschillende stemmen uitbrengen: ze kiezen een nieuwe president, een nieuwe gouverneur van de deelstaat, senatoren en een estadual, een statenlid, als ik het goed heb begrepen.
De hele wereld kent inmiddels de huidige president: Luiz Inácio Lula da Silva, kortweg: Lula. Deze ex-vakbondsleider werd acht jaar geleden president en na vier jaar werd hij glansrijk herkozen. Ondanks het feit dat ook zijn regering een corruptieaffaire kreeg te verwerken, die bekend werd met het begrip Mensalão. Die term verwees naar een financiële tegemoetkoming die vertegenwoordigers van andere partijen maandelijks kregen als ze voorstellen van de kant van Lula’s partij Partido de Trabalhadores (PT) steunden. Ik herinner me dat ik, toen nog op reis in Brasil, bij mijn zoon in Rio de Janeiro ellenlange TV-uitzendingen zag waarin parlementaire commissies politici over deze zaak ondervroegen. Daarbij werd duidelijk dat Lula’s partij (al of niet met medeweten van de president) zich had bezondigd aan een praktijk die ook tijdens eerdere presidentschappen van andere partijen al gemeengoed was en die deel uitmaakte van de gebruikelijke, in Nederlandse ogen corruptieve politieke gang van zaken in dit Latijnsamerikaanse land.
Lula kan niet meer worden herkozen, want hij heeft zijn grondwettelijke twee termijnen uitgediend. Hij is nu elke dag op TV te zien met aanbevelingen voor Dilma Rousseff, de nieuwe kandidaat van de PT, die deel uitmaakt van Lula’s regering. Dilma gooit hoge ogen; in opiniepeilingen scoort zij steeds omstreeks de vijftig procent, tegenover een kleine veertig procent voor haar tegenstrever José Serra en een aanmerkelijk kleiner percentage voor Marina Silva, ex-minister van milieu in de Lula-regering. Marina Silva is een strijdbare vrouw die vond dat Lula zich te weinig gelegen liet liggen aan het milieu en die daarom uit de PT stapte.
Naar mijn bescheiden mening heeft Lula, ondanks de affaires waarmee zijn regering in diskrediet dreigde te raken, zijn land goede diensten bewezen. Dat het Brasil in de jaren van Lula’s presidentschap voor de wind is gegaan wordt door sommigen, ook door in Brasil wonende Nederlanders, graag gekleineerd. Het is de bekende tactiek: zeggen dat de successen eigenlijk al te danken waren aan de vorige president, Fernando Henrique Cardoso. En als er iets niet goed is gegaan, is dat dan natuurlijk wel aan Lula te wijten. Ik geloof er niet zo in. Inderdaad heeft Fernando Henrique of FHC, zoals hij kort wordt genoemd, een positieve beweging in gang gezet, waardoor bijvoorbeeld de eerder torenhoge inflatie werd beteugeld. Maar een feit is ook dat Lula’s regering de armoede in dit land aanzienlijk heeft verminderd met de Bolsa Família, een toelage voor arme gezinnen die dankzij dit systeem een basisinkomen verwierven. Voorwaarde voor deze toelage is dat kinderen naar school worden gestuurd. Tegenstanders van Lula zeggen nu meteen dat de Bolsa Escola, die was bedoeld om die schoolgang te bevorderen, al was ingevoerd door Fernando Henrique, maar dan vertellen ze er niet bij dat die op nationaal niveau het systeem invoerde dat eerder in Brasilia was geïnitieerd door de deelstaatgouverneur Cristovam Buarque, die vier jaar geleden zelf een gooi naar het presidentschap deed. De regering Lula breidde deze Bolsa Escola uit tot de Bolsa Família, die onder andere door het Internationaal Monetair Fonds werd gepropageerd als een systeem dat grote navolging verdient omdat het de armoede fundamenteel te lijf gaat.
Het gaat Brasil goed, na acht jaar presidentschap van Lula. Voor het eerst staat dit land, met zijn grote economische mogelijkheden, zeer nadrukkelijk op de wereldkaart. Het is mede aan Lula te danken dat de machtsverhoudingen in de wereld een beetje zijn verschoven, dat de Verenigde Staten van Noord-Amerika een beetje van hun bijna-alleenheerschappij zijn kwijtgeraakt. En in ieder geval is het zelfbewustzijn van Brasil en met name van de jongere Brazilianen de laatste jaren opvallend toegenomen. Brasil ziet er vandaag de dag anders uit dan acht jaar geleden: grotere welvaart, een groter zelfbewustzijn, een duidelijke toekomstverwachting. Hopelijk weet de nieuwe president die betere uitgangspositie van dit land te versterken.

Voor onderbouwing: http://en.wikipedia.org/wiki/Bolsa_Fam%C3%ADlia
Meer informatie over Lula’s beleid: http://www.ernste.net/brazilie/presidente2.html

Op de foto: beide zijden van een verkiezingspamflet dat vanochtend in de brievenbus lag. Het is duidelijk: deze kandidaten krijgen de zegen van Lula, geheel links (!) op de foto.

Passagiers treiteren

Voor de tweede maal als emigrant teruggevlogen naar Nederland. Voor de makkelijke weg gekozen: een vlucht van de Portugese TAP rechtstreeks van Belo Horizonte naar Lissabon en vandaar door naar Schiphol. Niet de goedkoopste mogelijkheid, wel met maar eenmaal overstappen. Krappe aansluiting in Portugal, maar ik waagde de gok.
In Belo Horizonte kon ik vroeger dan gebruikelijk inchecken en ik moest een uur eerder dan normaal door de veiligheidscontrole. Daarna wachten en een klein half uur vóór het geplande vertrek werden we het vliegtuig in gestuurd. Ik had de laatste stoel, wat me een handicap leek voor het op tijd overstappen. Om een ergerlijk lang verhaal kort te houden: we vertrokken met anderhalf uur vertraging en zonder dat ons duidelijk werd gemaakt waar dat aan lag. Toen we ook anderhalf uur te laat aankwamen zei de gezagvoerder in zijn Portugese afscheidswoordje tot besluit: en excuses voor de vertraging. In het Engels kon zelfs dat er niet meer af.
Ik had al eerder met de TAP gevlogen en dat was me niet slecht bevallen. Nu werd het een regelrechte ramp; het leek echt op een potje passagiers treiteren. Aan boord was gezegd: als u moet overstappen, stel u dan in verbinding met ons grondpersoneel. Maar op de hele lange weg van de pier waar we aankwamen tot in de centrale hal was geen enkele functionaris van de TAP te bekennen, terwijl de luchthaven van Lissabon toch voor de TAP is wat Schiphol voor de KLM is: de thuishaven. We werden door politieachtige figuren tientallen meters lange slingerpaden tussen de bekende banden door gestuurd, naar de paspoortcontrole en de veiligheidscheck. Het duurde allemaal irritant lang en toen ik ten slotte met vooral veel andere Brazilianen bij de transferbalie van de TAP was aangeland, begon daar het wachten pas echt goed. Toen ik eindelijk, eindelijk aan de beurt was kreeg ik een plaats aangeboden in een vliegtuig van half acht ’s avonds. Volgens mij probeert de TAP dat standaard, omdat het vermoedelijk niet zo’n populaire vlucht is, meer een soort afvalbak voor passagiers die door de TAP zelf niet op tijd werden aangevoerd. Ik nam er geen genoegen mee, zei dat ik alleen was en dat het me heel vreemd leek als er op de vele andere vluchten naar Schiphol niet één stoel leeg was. Dan moest ik naar een andere mevrouw aan een aangrenzende balie. Daar moest ik tot mijn schrik opnieuw aansluiten in een rij waar vrijwel geen beweging in zat. De een na de ander werd afgescheept met een lunchbon en soms een hotelbon. De mevrouw zei dat ik op de wachtlijst kon voor de vlucht van even over twee. Daarvoor moest ik naar de balie ernaast, waar het wachten opnieuw begon. Uiteindelijk schoof een jongeman me een lunchbon toe en een instapkaart voor de vlucht van … half acht. Ik ontplofte zo ongeveer, maar één van de wachtende Brazilianen had al opgemerkt dat de TAP zijn passagiers niet als klanten behandelt. We voelden ons meer als vee heen en weer gestuurd. De ene na de andere Braziliaan zei: dat is meteen de laatste keer geweest dat ik met zo’n maatschappij vlieg.
Aan boord was het me ook al opgevallen dat van de service van destijds niets meer over is. Bij het ontbijt kreeg ik een lege kop, zonder dat me werd gevraagd wat ik erin wilde. Pas toen ik voor de derde keer om koffie vroeg, kreeg ik die ingeschonken. Een stewardess reikte me een bekertje sinaasappelsap aan terwijl ze de andere kant op keek en zonder me te hebben gevraagd aan welk sap ik de voorkeur gaf. En het vegetarische ontbijt bestond voor een deel uit een bakje met noten waar ik bijna mijn kiezen op brak, en ik overdrijf dat niet.
Het kostte me al moeite om afscheid te nemen van Brasil en nu weet ik nog beter waarom.

De service op de luchthaven

En dan de service op de luchthaven, of het ontbreken daarvan.

Het herentoilet wordt schoongemaakt. De deur is gebarricadeerd met grote schoonmaakkarren en er staan twee plastic ‘bokken’ die zorgen dat je er niet stiekem toch naar binnen gaat. Geen enkele verwijzing naar een ander toilet. Bij navraag blijkt er nog wel één te zijn, maar op ruime afstand.
Er is een internetcafé met Skype, hoi hoi. Ik koop een tegoedbon met inlogcodes, maar Skype start niet op. Andere PC misschien? Nee hoor, die doet het ook niet. De juffrouw erbij gehaald die me het bonnetje verkocht. Haar lukt het ook niet, dus geeft ze me het geld terug.
Op mijn laptop zie ik dat er draadloos internet is dat werkt met je creditkaart of een prepaid tegoed. Ik ga op zoek naar een prepaid kaartje, zoek een functionaris van de luchthaven, maar daarvan is er echt nergens één te vinden. Aan het eind van een rondgang langs verschillende winkels vertelt iemand me dat het alleen met de creditkaart werkt. Daarvoor moet je alles invullen, tot en met de controlecode. Ik bekijk het certificaat dat je zekerheid moet verschaffen. Het verwijst naar een site in Spanje, bevat een naam van een firma in Brazilië en het certificaat blijkt al in 2005 te zijn ver lopen. Handig, die luchthavens die van alle moderne gemakken zijn voorzien.
Maar de espresso van het merk Delta was voortreffelijk. Tegen mijn huidige gewoonte in nam ik er drie na elkaar, ook om een beetje wakker te blijven.
O ja, over internet gesproken. Mij was door iedereen die ik ernaar vroeg verteld dat er in Mariana geen sneller internet beschikbaar was. Blijkt ineens dat ik verkeerd ben ingelicht. Nu heb ik een ander abonnement voor telefoon en internet en ineens is mijn internet voor ongeveer hetzelfde geld driemaal minder langzaam. Als het meezit kan ik downloaden met maximaal 100KB (nog altijd tweederde van de eenvoudigste verbinding in Nederland, merk ik). Ik voel me steeds meer thuis, in mijn mooie huis, met geleidelijk aan verbeterende voorzieningen.