Tot nu toe had ik het hier vooral over de aardige of grappige kanten van het emigreren naar Brazilië. Maar er zijn natuurlijk ook heel andere kanten aan het leven hier. Toen ik ruim een maand geleden arriveerde, hoorde ik dat kort tevoren een kandidaat voor het burgemeesterschap (er zijn in het najaar verkiezingen) was vermoord. João Ramos, zoals hij heette, was eerder burgemeester geweest en hij schijnt zich heel populair te hebben gemaakt doordat hij veel tot stand heeft gebracht en bovendien zich zeer bekommerde om de Brazilianen die er het zwakste aan toe zijn. Naar de mening van velen treuzelden justitie en politie te veel met het onderzoek; ik kreeg de indruk dat men vermoedde dat men mensen de hand boven het hoofd wilde houden. Op de verjaardag van Mariana waren er demonstraties van mensen die vonden dat er haast moest worden gemaakt.
Maar een paar dagen geleden presenteerde de politie met veel vertoon de uitkomsten van het onderzoek. Een andere burgemeesterskandidaat zou opdracht hebben gegeven voor de moord. Mensen uit zijn omgeving zouden hebben verklaard dat hij bij wijze van spreken tot alles in staat was om zijn droom te verwezenlijken: burgemeester worden van Mariana. En de populariteit van João Ramos verminderde zijn kansen behoorlijk. Bovendien zou hij erop uit zijn geweest na de moord de beschuldigende vinger naar de huidige burgemeester te richten, zodat diens kamp minder kansen zou maken.
Als de politie je als verdachte aanwijst, ben je in Brazilië al meteen veroordeeld. Mijn liefde voor dit land en zijn bewoners kan niet wegnemen dat ik grote moeite heb met de manier waarop met verdachten wordt omgesprongen. Zodra je hier wordt gearresteerd kom je met naam en toenaam in de kranten en op radio en TV, mét je foto.
Het is maar een geluk dat straffen hier bij de wet zijn vastgesteld, want anders zouden de gevangenissen nog véél voller zijn. Op dit misdrijf staan straffen van 12 tot 30 jaar en volgens Daniele en ongetwijfeld veel meer Marianenses (zoals de inwoners van Mariana heten) is dat veel te laag. Een poging om haar te laten inzien dat die 12 tot 30 jaar toch echt heel lang zijn had ik net zo goed achterwege kunnen laten.
Als je de weergave van het politieonderzoek in de plaatselijke krant leest, kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat de feiten wel erg ten nadele van die andere kandidaat, een bemiddelde apotheker, zijn. Hij ontkent er iets mee te maken te hebben, net als degene die Ramos vermoord zou hebben, maar de derde beschuldigde, die de motor bestuurde en verborg waarop de schutter werd vervoerd, heeft een complete bekentenis afgelegd. De opdrachtgever had bovendien de eigenaar van de motor, één van zijn werknemers, op vakantie gestuurd omdat die kennelijk even beter niet in de buurt kon zijn (de motor was van hem ´geleend´, zonder dat hij ervan wist). Maar hij kwam meteen terug, waarop de apotheker geprobeerd zou hebben hem te vergiftigen.
De plaatselijke krant Ponto Final heeft vrijwel een hele pagina gereserveerd voor het overigens objectief gebrachte verslag van het onderzoek en foto´s van een reconstructie van het misdrijf. Op dezelfde pagina heeft de familie van de apotheker een advertentie geplaatst waarin zij laat weten heilig in zijn onschuld te geloven, er voorstander van te zijn dat hij zich uit de verkiezingsstrijd terugtrekt om zich geheel aan het bewijzen van zijn onschuld te kunnen wijden, om zich daarna desgewenst opnieuw beschikbaar te kunnen stellen om als burgemeester te kunnen bijdragen aan de groei en bloei van de stad.
Stemmen is hier nog steeds een verplichting. Daniele zegt dat ze nu maar blanco gaat stemmen.
Het lijkt Planet wel
Met smart wacht ik nu al een paar weken op internet-aan-huis. Vorige week een paar maal gebeld waar de mij toegezegde modem bleef. Kreeg ik te horen dat er al tweemaal iemand aan de deur was geweest en dat ze nog één keer kwamen; als ik er weer niet was, dan begon het vermoedelijk van voren af aan. ´s Avonds om negen uur belt iemand aan: een meneer op een brommer die een doos met de modem bij zich heeft. Hoera!!!
Per post zou ik gebruikersnaam en wachtwoord krijgen, maar die had ik niet ontvangen en ze zaten niet bij de modem. Met de helpdesk gebeld, waar iemand niet in het systeem kon (volgens mij gewoon een smoes als ze even geen zin hebben). Later teruggebeld naar iemand die wél in het systeem kon en die me naam en wachtwoord voorlas. Voor de zekerheid gecontroleerd of ik het goed had opgeschreven.
Om de modem aan te sluiten op de contactdoos van de telefoon heb je een verloopsteker nodig, die wordt meegeleverd. Maar met een steker die ik nog had van vorig jaar had ik al geconstateerd dat de contactdoos die niet wilde accepteren. Zaterdag gebeld met de helpdesk. Daar vertelt een vriendelijke Braziliaan me dat ik maandag in een winkel een andere steker kan kopen. Na een nachtje slapen kreeg ik toch het gevoel dat de vier pinnetjes op de verloopsteker in vier sleufjes op de contactdoos zouden moeten passen. En ja hoor, de monteur van de contactdoos blijkt slordig te hebben gewerkt waardoor een kabeltje één van de sleufjes afsloot. Kabeltje losgemaakt, in het juiste bochtje gebogen, probleem zelf opgelost.
De software geïnstalleerd en vol verwachting de verbinding gestart. Foutboodschap: naam en/of wachtwoord zijn niet correct. Gebeld met de helpdesk. De gegevens zouden moeten kloppen. Al eens geprobeerd de modem opnieuw aan te sluiten, senhor? Ja, senhora, en de PC ook al opnieuw opgestart.
Verwezen naar een ander telefoonnummer. Dat geeft een uur lang in gesprek. Op een gegeven moment merk ik dat het al in gesprek geeft als ik pas bij het op drie na laatste cijfer ben. De helpdesk geeft me een ander nummer. Daar werken geen Brazilianen van vlees en bloed, maar een mevrouw op een computer. Die verwijst me na zoveel keer een cijfer intoetsen naar hetzelfde nummer dat aldoor in gesprek gaf.
Na een uurtje voldoende moed verzameld om opnieuw de helpdesk te bellen. Een vriendelijke mevrouw die alles nog eens controleert en ten slotte vraagt of er geen vriend is met internet. Maar het is zondagmiddag en de vriend met internet op het werk is waarschijnlijk op stap. Als ik zeg dat ik wel naar een internetcafé kan gaan, legt ze me uit hoe ik op de site van de provider kan inloggen en dat ik dan kan opgeven dat ik mijn wachtwoord ben vergeten. En hoe krijg ik dan een nieuw wachtwoord toegestuurd? Per e-mail, begrijp ik.
In het internetcafé blijk ik niet te kunnen inloggen omdat mijn gebruikersnaam en wachtwoord niet kloppen! Ik kan wel melden dat ik mijn wachtwoord ben vergeten. Automatische reactie: een nieuw wachtwoord is gestuurd naar het vervangende e-mailadres dat u hebt opgegeven. Maar ik heb helemaal nooit een ander e-mailadres kúnnen opgeven!
Ten slotte mijn problemen maar per e-mail naar een onzichtbare helpdesk gestuurd, met een e-mailadres dat ik wél kan bereiken. Met het verzoek me snel een antwoord te sturen, omdat ik nu al zó lang wacht …
Daar zit ik nu, met een modem met knipperende lichtjes, maar zonder toegang tot internet en dus nog steeds niet in staat om te skypen. Ik voel me even helemaal terug in Utrecht, die laatste twee weken, door KPN Planet van de wereld van internet afgesloten. Hier heet het Oi Velox en ze hebben een frisse huisstijl, maar voor mij lopen er al een paar flinke krassen door.
Eindelijk een foto
Eindelijk is het me gelukt een foto te plaatsen. Je vindt hem bij het bericht ´Een grote vergissing´. Met dank aan Ans & Dick!
Vermaanddag
Vandaag is het 19 juli en daarmee is het precies een maand geleden dat ik Brazilië binnenkwam als nieuwe ingezetene. Mijn eerste vermaanddag hier! Maar ik zeg er meteen bij dat het lijkt alsof ik hier al tweemaal zo lang woon. Bijna alles voelt vertrouwd aan: de dagelijkse gang van de berg af naar het centrum en terug, soms wel drie- of viermaal op een dag, de bezoeken aan vriend Augusto, de boodschappen in de supermarkt en in de sacolão (een groenten- en fruithal), het gelummel in de hangmat, de gang naar het internetcafé en de vele gesprekken met Daniele die me meer en meer inwijdt in de geheimen van het leven in dit land.
Morgen word ik getrakteerd op een gratis concert van één van de eerste Braziliaanse zangeressen die mijn hart veroverde, al in 1995: Marina Lima. Zij treedt op in het kader van het Winterfestival en ik zie het maar als een cadeautje van de plaatselijke overheid aan de nieuwe inwoner. Van Marina Lima is de tekst ´eu não sei dançar´, ´ik kan niet dansen´, die me aansprak omdat ik het niet kunnen dansen als het misschien wel grootste gemis in mijn leven zie. Hoe die zin verder ging, kon ik op het gehoor niet ontcijferen, ook niet met behulp van mijn toenmalige lerares. Toen ik na jaren de tekst op papier zag, bleek ze te zingen: ´eu não sei dançar tão devagar para te acompanhar´, een beetje vrij vertaald: ´ik kan niet zó langzaam dansen dat ik je kan volgen´. Maar ´eu não sei dançar´ was al zó in mijn geheugen gegrift dat die mooie Braziliaanse zin vaak in mijn hoofd rondzingt.
Nog even een aanvulling op mijn vorige tekst, over de verjaardag van Mariana. De stad is nu 312 jaar oud. In 1696 werd zij gesticht en het was de eerste stedebouwkundig ontworpen stad in de deelstaat Minas Gerais, waarvan Mariana een aantal jaren ook de hoofdstad was. In het historische centrum is aan het stratenplan nog goed te zien dat de stad niet zomaar in het wilde weg is gegroeid, zoals veel andere historische steden. Om dat centrum heen lijkt Mariana wel vrij willekeurig te zijn uitgedijd. Alleen de nieuwste wijken, speciaal voor de armen gebouwd, zien er weer strak uit, maar niet met de bedoeling mooi over te komen.
Jarig
Brazilianen laten een kans om een feestje te vieren niet voorbijgaan. Zo vierde de naburige stad Ouro Preto vorige week zijn verjaardag en vandaag verjaart Mariana. Dat wil zeggen dat op zo’n dag alle instanties en veel winkels geheel of minstens gedeeltelijk gesloten zijn. Dat ik nog steeds een dagelijkse klant van een internetcafé ben en nog niet thuis kan internetten is mede daaraan te danken of te wijten – het is maar vanuit welke kant je het bekijkt. Ik ben al een keer bij de telefoonmaatschappij mijn beklag gaan doen dat de beloofde maximaal zeven dagen er al tien waren gaan worden. Toen bleek dat die verjaardag van Ouro Preto – waar het kantoor van de maatschappij staat – er ook nog afging.
Gisteren stond ik klaar om me nóg een keer te gaan beklagen toen de bel ging. Twee monteurs voor de telefoonaansluiting. Ze legden een stopcontact aan, maar vertelden erbij dat er nog een probleem in de centrale was en dat ik aan het eind van de middag nog eens bezoek kreeg en dat ik dan zou kunnen bellen. Mooi niet, dus. En omdat die monteurs vast in Mariana wonen, hoef ik ook vandaag niet op ze te rekenen. Dat schiet dus voor geen meter op. Maar ja, ik wist het al: zulke toezeggingen van leveranciers zijn zo zacht als boter. Ze zijn kennelijk niet bedoeld als echte toezeggingen, maar als een minder directe manier om te zeggen: wacht u maar rustig af.
Vorig jaar maakte diezelfde maatschappij mij lekker door nog op de dag van de aanvraag mijn telefoon aan te sluiten; dat was kennelijk een heel grote uitzondering. En mede dankzij die stedelijke verjaardagen ben ik nog niet jarig …
Mariana en Ouro Preto waren sowieso al in feesttooi. Op twee pleinen in mijn stad staan podia opgesteld, omdat vorige week het jaarlijkse ‘Festival de Inverno (Winterfestival) de Ouro Preto e Mariana’ is begonnen. Het thema is dit jaar ‘Aleijadinho, Talentos e Mitos do Brasil’. Aleijadinho, ‘de kleine kreupele’, was een wereldberoemd geworden kunstenaar uit de tijd van de Braziliaanse barok. Misschien kan ik beter zeggen dat hij zo ongeveer de vader van die barok was. Als architect en beeldhouwer heeft hij in een toch niet zo lang leven een alleszins indrukwekkend oeuvre nagelaten in de steden en stadjes waar in zijn tijd door het goud dat hier in grote hoeveelheden werd gedolven een enorme rijkdom deels werd omgezet in een overvloed aan rijk versierde kerken en andere imposante bouwwerken. Aleijadinho leed aan lepra en daardoor raakte hij de macht over zijn ledematen steeds verder kwijt. De geschiedenis verhaalt dat hij aan het eind van zijn leven door helpers beitels aan zijn verminkte armen liet binden, zodat hij kon doorwerken aan de beelden die nu nog van hem te bewonderen zijn in Congonhas do Campo. Als je in Google zoekt op Aleijadinho en Congonhas moet je zonder moeite de nodige foto’s met zijn beelden kunnen vinden. En zoek je in Google Earth op ‘Congonhas do Campo’, dan krijg je gegarandeerd ook een hoop cameraatjes in beeld die je naar mooie foto’s leiden.
Ook Mariana heeft het nodige van Aleijadinho te bieden, zoals de kerk van São Francisco en een aantal beelden in het museum voor gewijde kunst. In Ouro Preto is nog veel meer van hem te zien, dus het is geen wonder dat Aleijadinho min of meer centraal staat in ons winterfestival. Al moet ik er meteen bij zeggen dat de organisatoren met de programmering laten zien dat ze heel ruimdenkend zijn: soms lijkt de band tussen een activiteit en het thema wat dun, al maakt de toevoeging ‘talenten en mythen van Brazilië’ het thema natuurlijk meteen weer veel ruimer.
Ik herinner me dat ik in 1997 mijn eerste Braziliaanse winterfestival meemaakte, toevallig in Congonhas do Campo. Toen stonden we met honderden mensen ‘s avonds in een zomerse warmte te genieten van plaatselijke musici die in een toen net gerestaureerde vroegere opvang voor bedevaartsgangers (de Romaria, vast ook via Google te vinden) hun kunsten vertoonden. Gisterenavond heb ik in Mariana een tijdje naar een zanger/gitarist staan luisteren, die in zijn introductie refereerde aan een temperatuur van bijna nul graden. Zó koud zal het op de thermometer niet zijn geweest, maar de gevoelstemperatuur kwam er aardig in de buurt. Ook wat dat betreft zijn we hier dus nog niet jarig.
Grote vergissing
Die twee andere truien gaan binnenkort scheep. Ik kreeg per e-mail bericht dat mijn spullen ´medio 11 juli 2008´ per boot vertrekken en dat ze naar verwachting ´medio 25 juli 2008´ in Rio de Janeiro zullen arriveren. Medio? Ik denk dat daarmee niet precies om twaalf uur ´s middags is bedoeld, maar ´omstreeks´. Al bijna twee weken ben ik bezig (en het heeft me op zijn minst al vier volle dagen gekost) om daarvoor een vracht documenten klaar te maken. Behalve een inventarislijst (niet te summier en niet te gedetailleerd) moet ik ook kopieën leveren van alle pagina´s uit mijn paspoort, vijf formulieren, bewijzen dat ik hier woon (huurcontract, maar omdat ik dat nog niet heb: recente kwitanties van huur en energie) en het ticket dat bewijst wanneer ik hier ben geland – en dat alles in drievoud. Ondanks een uitgebreide Engelse toelichting is toch niet altijd duidelijk wat ik precies moet invullen. En de e-mails die ik daarover stuurde worden wel omgaand beantwoord, maar – het lijkt wel een Nederlandse instantie – men leest niet goed en vergeet een deel van de vragen te beantwoorden. Dat is extra lastig als je thuis nog geen internet hebt.
Als ik alle documenten klaar heb, moet ik ermee naar een soort deurwaarderskantoor, waar alle stukken in drievoud worden geverifieerd en van stempels en handtekeningen worden voorzien. Pas dáárna mag ik alles op de post doen. Het mag duidelijk zijn dat ik mijn dagen hier voorlopig nauwelijks in ledigheid doorbreng.
Tijd voor heimwee is er dan ook niet. Aanleiding ook niet, overigens. Ik ben hier nu nog niet eens drie weken, maar bij het wakker worden, een paar dagen geleden, had ik het gevoel dat ik alweer minstens een maand hier woon. Alles voelt vertrouwd aan, ik ben weer helemaal thuis, in mijn huis, in Mariana, in Brazilië. En terwijl ik vorig jaar mijn appartementje inrichtte met het idee: misschien is het maar voor een half jaar, nu weet ik dat de spullen die ik aanschaf lange tijd mee moeten gaan. Ik ben hier om hier te blijven. Wat dat betreft hadden Ans en Dick, die mij op Schiphol uitzwaaiden, het helemaal bij het goede eind toen ze me foto´s van dat afscheid stuurden met de boodschap: ´Besef wel dat dit de laatste foto’s zijn dat jij ingezetene bent van Nederland´.
(Ik ben er nog niet achter hoe ik foto´s bij dit blog kan plaatsen. Zodra ik dat weet en zodra ik thuis kan internetten, voeg ik enkele foto´s toe.)
Spanning
Eer-eergisterenavond herinnerde ik me een verblijf op een camping in Griekenland. Ik wilde me er wassen aan een wastafel in de openlucht, maar toen ik de kraan vasthield en mijn andere hand in de waterstraal stak, voelde ik duidelijk een tinteling die me op de gedachte bracht dat de zaak onder stroom stond. In mijn badkamer hier in Mariana had ik gisteren een vergelijkbaar gevoel, zij het dat de tinteling minder sterk was. Bij een andere kraan had ik dezelfde ervaring. Als je weet hoe de elektrisch verwarmde douchekoppen er hier uitzien en hoe er met elektriciteitskabels wordt gegoocheld, kun je je goed voorstellen dat ik de zaak niet vertrouwde. Vanochtend toch maar onder de douche gegaan en daar voelde ik weinig ‘nattigheid’.
Ik moest voor mijn definitieve permanente verblijfsvergunning naar Belo Horizonte, ruim honderd kilometer hier vandaan. Groot was mijn verbazing toen ik bij het handenwassen op het toilet bij de Polícia Federal opnieuw de tinteling voelde. Het leek me niet aannemelijk dat daar de boel ook onder stroom stond, zodat ik me opgelucht voelde.
Terug in Mariana waste ik mijn handen opnieuw, nu in het toilet op het kantoor van vriend Augusto. En waarachtig: daar was die tinteling er ook weer. Toen ik Augusto deelgenoot maakte van mijn verrassende ervaring legde hij me uit dat al bij een heel klein wondje aan een vinger het water dat hier uit de kraan komt voor dat gevoel kan zorgen. Nooit van gehoord, maar ik was blij met deze verklaring. En een mens blijkt dus alweer nooit te oud om te leren.
Die lange reis naar BH (bé aagá), zoals de Brazilianen de stad noemen, moest ik gisteren nog eens maken. Ik had gedacht dat ik meteen een voorlopig visum mee zou krijgen, maar zo werkt het niet. Ik werd weliswaar vriendelijk te woord gestaan, maar ik kreeg twee formulieren mee, één waarop ik weer allerlei gegevens moet invullen die ik al eerder prijsgaf en één waarop allerlei stukken waren aangestreept die ik moest komen overleggen. Omdat ik een registratienummer nodig heb om mijn verhuisvracht het land in te krijgen en dat nummer pas wordt afgegeven als ik een voorlopige verblijfsvergunning heb, heb ik er haast mee. Zo houdt Brazilië mij bezig en zo heb ik de laatste dagen nauwelijks in mijn hangmat gelegen. Maar de reis van vandaag was niet voor niets: ik heb nu nóg een volumineus stempel in mijn paspoort, ik heb een losse strook met mijn pasfoto en basisgegevens en binnenkort – zo is mij beloofd – krijg ik per post een echt identiteitsbewijs op creditkaartformaat. Ik voel me met de dag meer en meer Braziliaan.
Wat overigens even voor verwarring zorgde, was dat ik bij nationaliteit had ingevuld: holandês, en bij geboorteland: Paises Baixos (Lage Landen), zoals de officiële naam hier luidt. De Brazilinaen leggen niet meteen het gewenste verband en dat zorgde ervoor dat ik duidelijk dat verband moest uitleggen voordat de laatste hindernis werd genomen. Maar toen nam de ambtenaar dan ook afscheid met een ´abraço´, de Braziliaanse virtuele omhelzing.
Gelui(den)
Iedere ochtend word ik hier al voor dag en dauw wakker van het hese gekraai van een haan, die de dag te vroeg wil laten beginnen en die soortgenoten wakker maakt. Vaak is er ook wel een hond die probeert of anderen op hem willen reageren. Er woont hier in de buurt een keffertje dat in zijn eentje een enorm kabaal weet te maken en vervolgens door grotere blaffers de les krijgt gelezen.
Op zondagochtend luidt om kwart voor acht een klok van de Nossa Senhora do Rosário, de Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans, de kerk die het dichtst bij mijn huis staat. Het is een vreemde klok, met een ietwat blikken geluid. Vast geen bronzen kerkklok, maar die kerk is dan ook gebouwd door en voor slaven die vast niet veel te makken hadden. Het gelui heeft er meer van dat iemand met een hamer op een stalen klok slaat; erg wel-luidend is het dus niet. Maar het doel wordt gediend, want ik word er in ieder geval wakker van.
Van buiten en van binnen ziet de kerk er betrekkelijk simpel uit, wat hem een speciale charme geeft. En hoe simpel ook: het is voor Mariana een gezichtbepalende kerk doordat hij hoog tegen een helling ligt en daardoor al van verre uit bijna alle richtingen is te herkennen.
Mocht ik na het gelui weer zijn ingeslapen, dan word ik om tien voor negen opnieuw gewekt door de stoomfluit van de oude Skoda-locomotief van de Maria Fumaça, de trein die op vrijdag, zaterdag en zondag tweemaal van Mariana naar Ouro Preto tuft en zwoegt en die uiteraard ook tweemaal terugkomt. De machinist laat met dat eerste signaal weten dat hij om negen uur vertrekt en het begin van de reis gaat gepaard met een enthousiast gebruik van de stoomfluit. Vanaf mijn veranda zie ik alleen een rookpluim, maar dank zij de fluit kan ik hem korte tijd volgen.
Maria Fumaça is de naam van alle historische treinen die hier en daar door Brazilië crossen; fumaça betekent rook en waar dat Maria vandaan komt – ik zou het niet weten. We verkeren hier in de gelukkige omstandigheid dat we twee spoorlijnen in de buurt hebben; er rijdt ook een prachtig antiek stoomtreintje van São João del Rey naar Tiradentes, op 165 kilometer van Mariana (hier is dat dichtbij). Dat treintje is kleiner en lichter, het hoeft dan ook niet zo sterk te klimmen als de Maria Fumaça van Mariana. Het locomotiefje is meer versierd dan de onze, een beetje zoals we ze kennen uit Wild-West films. Ik moet soms aan Once Upon A Time In The West denken als ik het locomotiefje zie.
Zo blijf ik bij de tijd op vrijdag, zaterdag en zondag. Om negen uur vertrekt Maria Fumaça fluitend en blazend voor haar eerste rit, die een uur duurt. Daarna rust ze in Ouro Preto een uur uit en na nog een uur, om twaalf uur, meldt ze zich weer in Mariana. Hetzelfde ritueel herhaalt zich om twee uur ´s middags, zodat om vijf uur Maria Fumaça voor de tweede keer Mariana binnenrijdt. De locomotief hijgt dan nog een tijdje uit en wordt naar haar rustplaats gereden, waar ze doordeweeks onderhanden wordt genomen door de liefhebbers die voor haar zorgen.
De bus van Mariana naar Ouro Preto doet er maar een minuut of veertig over en vervoert je voor een fractie van de prijs. Maar die rit met Maria Fumaça is wel veel en veel interessanter. Je rijdt door een vrijwel verlaten kloof, voor een groot deel langs een zo steile rotswand dat je langs de rails naar beneden kunt kijken en je hebt soms uitzicht op goudzoekers in een riviertje en op een hoge waterval. Een rit om niet snel te vergeten.
Afscheid nemen
Daar liep ik door Utrecht, aan het einde van de ochtend van 16 juni, met een lege broekzak. Bij de notaris had ik de sleutels van mijn huis overgedragen aan de nieuwe eigenaar en ineens realiseerde ik mij dat ik voor het eerst sedert bijna negentien jaar als bezoeker door de stad liep en dat ik daar geen dak meer boven mijn hoofd had, geen eigen plek om naar toe te gaan. Op dat moment had ik voor het eerst echt het gevoel dat ik afscheid aan het nemen was.
Dat gevoel kwam terug toen ik mijn vrienden Guido en Bernice uitzwaaide en het was het sterkst toen ik op de ochtend van 19 juni afscheid nam op Schiphol. Ik probeerde me te realiseren hoe het moest zijn voor degenen die mij wegbrachten; ík had het vooruitzicht ruim een halve dag later in mijn thuis in Mariana te arriveren, maar de wegbrengers zagen mij uit hun gezichtsveld verdwijnen zonder zich een voorstelling te kunnen maken van de wereld waar ik naar toe ging. Opnieuw voelde ik me op zijn minst een beetje schuldig, zoals dat in de voorafgaande weken al een paar maal het geval was geweest als vrienden en familieleden mij lieten merken moeite te hebben met mijn vertrek.
In het vliegtuig vroeg ik me af hoe het eigenlijk voelde, deze reis. Het leek wel veel op een ‘gewone’ vakantiereis, maar ik wist natuurlijk ook drommels goed dat het anders was, heel definitief, de afsluiting van een groot deel van mijn leven en het begin van een nieuw deel. Dat het toch niet in volle omvang zó op mij overkwam, zal wel voor een belangrijk deel zijn veroorzaakt door het feit dat ik hier in Mariana al een half jaar woonde en dat ik daardoor sterk het gevoel had naar huis te gaan.
Nu ik hier ben en me al weer heel aardig thuis voel, houdt de vraag me bezig of het gevoel van een echt afscheid zal komen. Misschien ontwikkelt zich dat langzaam. En misschien komt het wel nooit. Ten slotte ben ik vast van plan over een jaar vakantie te houden in Nederland.
Nu kijk ik uit naar het moment dat ik thuis weer over telefoon en internet kan beschikken, zodat ik degenen die mij in Nederland dierbaar zijn weer vrij gemakkelijk zal kunnen bereiken. Ik zei het al eerder: emigreren is minder ingrijpend dan het twintig, dertig jaar geleden was, toen we geen internet hadden en veel moeite moesten doen om naar de andere kant van de wereld te bellen.
Excuses aan velen
Van veel vrienden en familieleden heb ik persoonlijk afscheid kunnen nemen voordat ik als emigrant Nederland verliet. Maar helaas niet van iedereen. Bij sommigen bleef het bij een telefoontje, anderen moesten het stellen met een e-mail of hoorden helemaal niets meer van mij. Mijn goede bedoelingen bleken weer eens volstrekt onvoldoende en in de planning van de voorbereidingen voor mijn verhuizing liet ik ook de nodige steken vallen, zodat er te weinig tijd overbleef om rustig afscheid te nemen. Duizend excuses daarvoor! Ik weet: het valt al niet meer goed te maken …