Ita…, een homenagem aan wijlen mijn vriend Augusto

Toen ik de eerste keer met wijlen Augusto, op een rustige zondagochtend in 2007, meereed om een dag door te brengen bij zijn gezin in Contagem (onder de rook van Belo Horizonte), wees hij me op bijzonderheden van het landschap waar we doorheen reden en hij legde me de betekenis uit van bepaalde geografische namen. Dat laatste kreeg een staartje.
Het was me al opgevallen dat veel plaatsnamen en namen van rotsen in Brazilië en hier in de deelstaat Minas Gerais beginnen met Ita. Dat blijkt het Indiaanse woord te zijn voor steen, in het Tupi-Guarani, de Indiaanse taal die een stempel heeft gedrukt op de Braziliaanse taal.
De eerste naam waarop Augusto me attendeerde, was Itacolomi, de naam van een rotspunt tussen Mariana en Ouro Preto. Die punt bestaat uit een groot rotsblok en een kleiner dat als het ware op de schoot van het grote blok rust. De naam is dan ook een verbastering van ‘ita’ en ‘corumi’, ‘a pedra e o menino’, de steen en het kind, ook wel: het kind van de steen.
Handig, bedacht ik me, om plaatsen in het landschap aan te duiden met een steen. Een boom kan door de bliksem worden getroffen, een huis kan vervallen, een stroom kan zich verleggen, maar een steenformatie is bijna voor de eeuwigheid gefixeerd. Slim bedacht van die Indianen. Vergelijkbaar met de wellicht modernere gewoonte om plaatsen te noemen naar bruggen.
De volgende naam die Augusto voor me uit de doeken deed, was van de stad Itabirito, halverwege tussen Mariana en Belo Horizonte. Deze naam laat zien dat de plaats herkenbaar was aan een ‘pedra que risca vermelho’,  een steen met rode strepen, wat erop wees dat er in de regio overvloedig ijzererts was (en nog is) te vinden.
Ik kreeg al snel de smaak te pakken en stelde Augusto voor samen een catalogus aan te leggen van namen die met Ita… beginnen, inclusief hun betekenissen. Hij stemde er joviaal mee in, maar in de praktijk kwam het vooral op mij aan. We legden eerst een lijst aan van uiteindelijk ongeveer vijfenveertig geografische namen die tamelijk gemakkelijk te vinden waren. Die komen uit het hele immense Brazilië, van het Amazonegebied in het noorden tot de deelstaat Rio Grande do Sul in het zuiden. Er moet in dit land een veelvoud zijn te vinden van namen die met Ita… beginnen. Met alle verschillen in de talen en dialecten van de Indianen hadden ze allemaal kennelijk wel ita, steen, gemeenschappelijk.
Daarna werd het een zoektocht op internet, waar met name in de Wikipedia van veel namen de herkomst wordt uitgelegd. Uiteindelijk stelde ik een lijst samen met meer dan tweehonderd van die met ita beginnende namen. Ik haal hier de in mijn ogen meest interessante namen naar voren. Als je de herkomst van de namen kent, is het ook begrijpelijk dat sommige namen meerdere keren voorkomen in dit land. Dat is bijvoorbeeld het geval met de naam Itatiaia, wat betekent: hoge, recht oprijzende rots met veel uitsteeksels.
Voor verschillende namen wordt nagenoeg dezelfde uitleg gegeven. Itaberá, Itaberaba en Itabira blijken alle drie te betekenen ‘glinsterende of schitterende steen’. Daarentegen kom je soms voor dezelfde naam verschillende omschrijvingen tegen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Itabaiana, een naam die voorkomt in twee noordelijke staten, Paraíbaen Sergipe. Voor de naam in de deelstaat Paraíba vond ik de uitleg dat het een combinatie is van ‘ita’ en ‘baiana’: de steen die danst. Dat zou verwijzen naar een steen in de naburige rivier Rio Paraíba, die in een draaiende beweging balanceert en daardoor de indruk maakt te dansen.
Voor Itabaiana in de deelstaat Sergipe kwam ik een heel andere uitleg tegen. Het zou gaan om een combinatie van ‘ita’, steen dus, hier in de betekenis van ‘serra’ = berg, met ‘taba’, inheems gehucht, en ‘oane’, dat iemand betekent. Zo komt men tot de uiteindelijke betekenis: ‘naquela serra tem uma aldeia, onde mora gente, naquela aldeia mora alguém’ oftwel: op die berg is een gehucht waar mensen wonen, of: in dat gehucht woont iemand.
Zoals gezegd kom je namen met Ita… in heel Brazilië tegen. In de noordelijke deelstaat Amazonas vinden we bijvoorbeeld Itacoatiara. Dat verwijst naar: ita, steen, en coatiara, beschilderd, gegraveerd of gebeeldhouwd, een gekleurde steen met opschrift bij de toegang tot de stad.
In de zuidelijke deelstaat Rio Grande do Sul komen we de naam Itátegen, enkel en alleen steen dus. Ook vond ik in die zuidelijke staat Itaara, hoge steen of stenen altaar.
Voor Itabela in de deelstaat Bahia stuitte ik op een verklaring die aan de ene kant plausibel lijkt, maar toch ook wat vreemd is: omdat er aanvankelijk ‘tabelas’, tabellen met afstanden tussen de verschillende plaatsen, werden gehanteerd (wellicht bij de toe- of uitgang van een stad of dorp) zouden verschillende plaatsnamen in Bahia beginnen met ‘ita’, zoals deze naam Itabela. Maar er wordt tussen haakjes ook verwezen naar ita = steen.
In Bahia ligt voorts een plaats met de naam Itabuna, samengesteld uit de combinatie van ita en una = zwart: de zwarte steen. In mijn eigen deelstaat Minas Gerais kennen we Itaúna, met dezelfde betekenis. En de naburige deelstaat Espírito Santo kent Itaúnas, dat te danken zou zijn aan zwarte stenen in een rivier.
Itaboraí in de deelstaat Rio de Janeiro komt uiteraard ook uit het Tupi-Guarani en betekent ‘pedra bonita escondida na água’, de mooie steen, verborgen in het water. Een soort zoekplaatje, lijkt me, om de weg aan te geven.
Interessant is ook Itanhaém, een stad aan de kust van de deelstaat São Paulo, die één van de oudste steden in Brazilië schijnt te zijn. Die naam betekent ‘pedra que canta’, de steen die zingt, of ‘pedra que chora’: de huilende steen. Misschien een steen die altijd in de wind staat of waar de golven omheen spelen.
Eerder in dit verhaal wees ik er al op dat veel plaatsnamen in dit immense land meer dan eens voorkomen. In het register van een wegenatlas komt de naam Lagoa Grande, groot meer, bijvoorbeeld zesmaal voor, in vijf verschillende deelstaten. Eénmaal staat er ‘do Maranhão’, de naam van de deelstaat bij. Plaatsen met de naam São Francisco kom ik 28 keer tegen, waarvan zes keer met als enige toevoeging de twee letters waarmee de deelstaat wordt aangeduid, bijvoorbeeld MG voor Minas Gerais. Daarmee wordt voor de hand liggende verwarring voorkomen. Ik noemde eerder Itabaiana: de stad met die naam in de deelstaat Paraíba staat dus bekend als Itabaiana PA en in Sergipe als Itabaiana SE.
 
Op de afbeelding bovenaan de Pico do Itacolomi, de steen met het kind of het kind van de steen.

Panettone uit de eigen panificadora

We gaan naar de kerst (Natal) toe en als dat in de supermarkt ergens aan is te zien, is het aan de torens die worden opgebouwd uit dozen met panettones. Een panettone is een soort kerstbrood, van origine Italiaans, maar hier zo mogelijk nóg populairder. Het is een product waar dik aan verdiend kan worden, want je vindt ze voor prijzen van vijf real voor een ambachtelijk gemaakte panettone tot ongeveer honderd real in een groter formaat en een zeer luxe verpakking.
Nu we al een hele tijd genieten van zelf-gebakken brood kwamen we op het idee ook een panettone te proberen. De eerste poging was al geslaagd, maar inmiddels zijn we aan de derde bezig en die spant wat smaak betreft de kroon.
De panettones in de winkel zijn allemaal rond. Ze worden gebakken in een vorm waar het deeg bovenuit rijst, zodat de panettone van boven naar buiten krult. In de panificadora, onze broodbakmachine, zit dat er niet in, maar verder zijn de zelf-gebakken panettones top.
Hier een recept voor een panettone van ongeveer 700g, een eigen variatie op recepten die ik op internet vond.
Benodigdheden:
180ml lauw water
55g boter of plantenmargarine
2 eieren
2 grote theelepels vanille-essence
445 g witte bloem
2 soeplepels suiker
2 soeplepels melkpoeder
1,5 grote theelepel zout
2 grote theelepels droge biologische gist
40g lichte en donkere rozijnen
40g geconfijte vruchten
3 à 4 gedroogde pruimen, in snippers gesneden
Laat de rozijnen enige tijd weken in warm water. Gebruik dat water later voor de panettone.
Snipper de pruimen.
Doe in de broodmachine: zout, suiker, melkpoeder, enigszins gesmolten margarine, vanille-essence, het lauwe water waarin de rozijnen een half uurtje zijn geweekt en tot slot de bloem, de gist en de beide eieren.
Stel de broodmachine in op een gewicht van ± 700g en een middelmatige bruining van de buitenkant.
Kies een programma voor een gewoon brood (op mijn panificadora met 12 standen kies ik stand 2; de duur van het bakproces is dan een kleine 3 uur). Schakel de machine in.
Voeg de rozijnen, de gesnipperde geconfijte vruchten en de pruimensnippers toe zodra de machine een signaal geeft.
Het resultaat is een – al zeg ik het zelf – heerlijk, cake-achtig brood. De volgende keer ga ik ook wat pure chocolade toevoegen; dat schijnt de panettone nóg lekkerder te maken.
Op de foto’s: panettones uit het assortiment van de Lojas Americanas, hét Braziliaanse warenhuis, en bovenaan een blik in het hart van mijn eigen panettone.


Bert Ernste stuurde me deze link naar een super-de-luxe panettone, geïmporteerd vanuit Italië en in São Paulo te koop voor de prijs van R$ 675,00 oftewel € 275,00. Die krijg je dan wel met figuren van witte chocolade om van de uitgeholde panettone een kerststal te kunnen maken.

Jong vogelleven

De kolibrie of beija-flor tesoura gaat maar door met broeden in het nest onder het dak van mijn huis. Nadat er in juni weer een jong was uitgevlogen en het tweede uit het nest was gevallen zat de moeder voor ons gevoel al heel snel opnieuw op het nest. En begin september verschenen er weer jonge snaveltjes over de rand. Een paar dagen geleden was één van de twee uit het nest gekropen en een paar uur later had hij de benen of liever gezegd de vleugeltjes genomen. Gisteren was er geen leven meer in het nestje te bekennen zodat nummer twee ook moest zijn vertrokken. Maar toen ik aan het einde van de middag iets moest schoonmaken bij het aanrecht in de open waskeuken zag ik ineens iets bewegen op een emmertje met water. Daar lag een al bijna verdronken jonge beija-flor naar adem te snakken. Ik legde hem in de keuken op keukenpapier en liet hem daar met rust. Helaas kan een mens zo’n jong vogeltje nog niets te eten aanbieden, want het enige wat erin gaat, zijn door de moeder voorgekauwde insectjes, die de moeder met haar lange tong ook nog lijkt te injecteren.
Voor het slapengaan zetten we de jonge drenkeling in een bakvorm die aan de bovenkant grotendeels was afgedekt met een warmwaterzak. Vanochtend zat het vogeltje op de keukenvloer. Ik bracht hem naar buiten en zette hem op een muurtje in de zon. Het enige teken van leven was dat hij aldoor naar me keek en een klagend gepiep liet horen. Gelukkig merkte ik al snel dat de moeder in de buurt was. Vermoedelijk heeft ze haar jong een paar keer wat te eten gebracht. Hij was van het muurtje naar de vloer gevlogen en zat daar telkens op een andere plek. Nu is het weer donker en kouder en daarom heeft Daniele hem ‘in de watten gelegd’ in de bakvorm. Morgenochtend gaat hij weer naar buiten. Hopelijk overleeft hij het allemaal. Het zou zonde zijn als zo’n prachtig vogeltje maar zo’n kort leventje beschoren zou zijn. Hij staat wel heel mooi en aandoenlijk op de foto die ik van ’m kon maken, of niet soms?

Laatste nieuws: vanochtend veel gepiep in de woonkamer. De dreumes blijkt achter de TV-tafel te zitten. Ik neem hem op en breng hem naar buiten. Gelukkig is er volle zon. Laat zijn moeder zich zien, is mijn belangrijkste bekommernis? Ze zit op een antennedraad te wachten. Als ik me een paar meter terugtrek, overwint ze haar gebruikelijke neiging om te doen of ze niets ziet. Ze gaat naar haar drenkeling en begint onmiddellijk uitgebreid te voederen. Dan vliegt ze weg, op zoek naar meer om haar jong te verwennen. Hoera, de eerste horde is genomen. Misschien, misschien loopt het allemaal goed af!

De enige niet

Regelmatig laat ik mijn pensioen van mijn Nederlandse bankrekening naar mijn Braziliaanse rekening bij de Bradesco komen. Dat gaat in de regel vrij gemakkelijk, al moet ik er vaak (niet altijd) een bezoekje voor aan de bank brengen. Gezien de verklaring die ik ervoor moet ondertekenen denk ik dat het is om te voorkomen dat ik hier geld probeer wit te wassen.
Eigenlijk gaat het overmaken uit Nederland veel sneller en goedkoper door geld uit een automaat te trekken en het meteen op mijn eigen rekening te storten. Dat laatste kan ook bij een aantal automaten en als je er je bankpas bij gebruikt, hoef je bijna niets meer in te vullen. Alleen kun je op deze manier geen grote bedragen overhevelen; als dat nodig is, moet je een paar dagen achter elkaar naar de bank.
Vorige week maakte ik weer gebruik van deze gelegenheid om mijn Braziliaanse saldo aan te vullen. Bij het opnemen van geld krijg je meteen je pasje terug, maar bij het storten blijft de pas in de machine tot je helemaal klaar bent. In de loop van het stortingsproces geeft de automaat, als het goed is, je een envelop waar je de bankbiljetten in moet doen en die je daarna moet sluiten met een plakstripje dat zich vaak moeilijk prijs geeft. Vooral als er mensen achter je staan te wachten kun je er gemakkelijk een beetje een opgejaagd gevoel van krijgen. Mij overkwam dat de laatste keer, ook doordat ik van automaat moest wisselen omdat de enveloppen op waren.
Blij dat het storten gelukt was, trok ik het reçu uit de gleuf en ging huiswaarts. Toen ik een paar dagen later mijn betaalpas nodig had, bleek die niet in mijn portemonnee te zitten. Het was al laat. Kleine paniek. De zakken van al mijn broeken gecontroleerd, alle vakken van mijn portemonnee uitgepluisd, mijn omhangtas omgekeerd, maar geen pasje. De volgende dag meteen naar de bank. Een van de zeer voorkomende mensen die daar altijd klaar zitten om me te helpen, leek er niet warm of koud van te worden. Hij liep naar een bureau en kwam terug met een stapel van op zijn minst vijftig of zestig pasjes, die kennelijk allemaal in de automaten waren achtergebleven. ‘Ik dacht dat ik de enige was’, biechtte ik op. ‘O nee, hoor. Dat gebeurt zó vaak’, was het antwoord. Men had ook al geprobeerd me te bellen, maar op een moment dat ik kennelijk niet thuis was. Wat een service!

Twee belangrijke bladzijden

Twee bladzijden in mijn paspoort markeren een belangrijk moment in mijn leven. Op de ene bladzijde staat het Visto Permanente (voor kenners: VIPER), het visum dat mij permanent toegang geeft tot Brazilië en dat mij uitgerekend op 21 mei 2008, mijn 72ste verjaardag, werd toegekend. Op de bladzijde ernaast is onomstotelijk vastgelegd dat ik op 19 juni 2008 Brazilië als immigrant binnenkwam. Precies: dat is vandaag dus drie jaar geleden. Nog steeds geen greintje heimwee.

Binnenkort wordt mijn paspoort ongeldig. Daarom moet ik op korte termijn naar het consulaat-generaal in Rio de Janeiro om zo’n modern paspoort aan te vragen. Ik heb begrepen dat die nieuwe paspoorten geen pagina’s meer hebben voor visa, stempels en dergelijke. Ik zal zo nodig hemel en aarde bewegen om mijn oude paspoort terug te krijgen, hoeveel gaten het ook onbruikbaar zullen maken. En ik lever het niet in zonder het van kaft tot kaft te hebben gescand.

Vogellief en -leed

Zoals ik eerder meldde, kropen er eerder dit jaar, in de Braziliaanse zomer, twee jonge beija-flores (kolibri’s) uit het ei in een nestje onder mijn dak. Enkele weken geleden zat de moeder beija-flor-tesoura opnieuw te broeden, hoewel het hier al volop winter leek. Aan het einde van de middag wordt het behoorlijk koud en ’s nachts daalt de temperatuur geregeld tot tussen de vijf en tien graden. Kennelijk is dat voor een beija-flor geen beletsel om opnieuw voor nageslacht te zorgen. Ineens bleken er weer twee filhotes of jongen in het nest te zitten en de moeder was druk in de weer met het aanslepen van insecten.
Voor één van de jongen was het kennelijk te benauwd geworden in het nestje en die ging ernaast zitten, op de houten dakbalk. Daniele en ik probeerden foto’s en een klein stukje video te maken, maar we konden zelf niet hoog genoeg komen en behielpen ons met het vanaf de top van de ladder omhoog steken van de camera op een eenbeenstatief. In de zoeker konden we niet meer kijken, dus het was gokken om de camera goed te richten. Af en toe hadden we even het nestje met twee over de rand stekende snaveltjes in beeld en verder lieten de beelden ons zien dat dat jonge gebroed er rondom het nestje een zwijnenstal van had gemaakt. Al dat door de moeder aangesleepte eten moest er natuurlijk weer uit ook en soms kon je van beneden af goed zien hoe er flinke stralen naar buiten werden gespoten. Rondom het nest is het houtwerk inmiddels bezaaid met een mozaïek van zwarte poepjes.
Een week geleden zette ik de camera op statief, met de lens in de sterkste telestand. Zo konden we goed zien dat één van de twee filhotes aan de andere kant van het nest de ruimte nam om flink zijn vleugels uit te slaan. ‘Die vliegt de komende week uit’, zeiden we tegen elkaar. Maar het duurde in plaats van een paar dagen nog geen uur voordat hij was vertrokken. Zijn broertje of zusje bleef in het nest achter.
Vanochtend meende ik het nestje leeg te zien en onmiddellijk daarna zag ik het tweede filhote dood op de tegels onder het nestje liggen. Vermoedelijk uit het nest gevallen en nog niet voldoende in staat te vliegen. Het prachtige kleine vogeltje heeft een grafje gekregen in de aarde onder onze bananenbomen.

Op de foto’s het stoffelijk overschotje zoals ik het aantrof en twee details waarin de blauwe staart en de kleurenpracht van het verenkleed goed te zien zijn.

Oogst van eigen boom

De pé de coco (cocosboom) op het terras voor mijn huis heeft zich van zijn beste kant laten zien. Gisteren heb ik dertig cocosnoten kunnen oogsten en er zijn nog een stuk of tien blijven hangen.
Het is een heel werk om ze open te krijgen, als je

daar niet je dagelijks werk van maakt. De verkopers aan het strand en langs de straat zijn er zeer bedreven in: met een paar ferme en goedgemikte klappen van hun hakmes slaan ze aan de bovenkant een wig weg en daar steek je je canudo (rietje) in om van het verse água de coco (cocoswater) te genieten. Ben je daar klaar mee, dan ga je terug naar de man met het mes die de cocos in twee helften hakt en een scherf van de bast slaat die je als schepje kunt gebruiken om het vruchtvlees op te peuzelen.
Ik heb vandaag met een ijzerzaag, een groot keukenmes en heel veel tijd drie cocosnoten open gekregen. Van twee hebben we het sap meteen opgedronken, het sap van de andere gaat in de koelkast, met het leeuwendeel van het vruchtvlees. Voorlopig kunnen we even vooruit met die doos vol cocosnoten.

Bidshop, een buitenissig soort veiling

Ook Brasil kent een soort Marktplaats, met de naam Mercado Livre, zeg maar: Vrijmarkt. Vooral handelaren bieden daar van alles aan, vaak voor een vaste prijs, soms bij opbod. Ik heb er een paar maal iets kunnen kopen wat ik hier in Mariana niet te pakken kon krijgen: bijzondere douches en een TomTom. Op zo’n site kun je zien of een verkoper een goede naam heeft, maar het zegt niet alles. De verkoper van de douches bleek van het beste soort. Hij antwoordde snel en accuraat, zijn prijs was aantrekkelijk en de bestelling kwam snel binnen. Met de handelaar die me de TomTom verkocht ga ik niet opnieuw in zee. Hij suggereerde dat je een jaar lang Braziliaanse updates kon downloaden, maar na de eerste keer was het al afgelopen en moest ik een nieuwe kaart kopen. Toen ik de verkoper erover aanschreef, gaf hij gewoon niet thuis. Gelukkig was de TomTom mét die nieuwe kaart nog redelijk geprijsd. Maar na die ervaring heb ik nog niet opnieuw mijn heil op de Mercado Livre gezocht.
Laatst ontdekte ik iets nieuws: de Bidshop, een soort internetveiling van een type dat ik nog nooit was tegengekomen. Er worden met name populaire gadgets aangeboden, waaronder producten van Apple, het merk dat hier nog echt een luxe product is door de hoge prijzen. Ik zag dat je er een iPad kunt kopen voor prijzen tussen de 20 en 30 reais (tegen de koers van vandaag: tussen de 8,50 en 13 euro). Heel mooie prijs dus. Daar moet een addertje onder het gras zitten, zeker omdat het om spiksplinternieuwe producten gaat, in de fabrieksverpakking. Het kostte me aanvankelijk wat moeite erachter te komen hoe die Bidshop (er zijn overigens meer van die sites) werkt. Als de veiling begint, wordt er een bepaalde tijdsduur aangegeven. In de tussentijd kun je een bod, een lance doen. Daarvoor moet je eerst een pakketje lances kopen tegen de prijs van 1 real per lance. Met elk uitgebracht bod gaat de prijs van het aangeboden product met één centavo (Braziliaanse cent) omhoog. Is de aangegeven tijd bereikt, dan wordt het spitsuur. Iemand brengt een nieuwe lance uit en de teller springt op tien seconden. Als je die iPad of wat dan ook wilt hebben, is het zaak vlak vóór de 0 seconden een nieuwe lance uit te brengen, want komt de teller op nul te staan, dan is de iPad voor de dan bereikte prijs verkocht. Ik heb het een paar maal gevolgd, maar ik heb nog nooit het einde meegemaakt. Wel zag ik dat bij een eerdere ronde de iPads waren verkocht voor de genoemde prijs tussen 20 en 30 reais. Dat klinkt heel mooi, maar als je daarvoor bijvoorbeeld vijftig lances hebt uitgebracht, dan betaal je dus tussen de 70 en 80 reais. Nog een aardige prijs; ik zou er graag één voor zo’n prijs op de kop tikken. Maar ben je niet de gelukkige, dan ben je je vijftig lances kwijt en moet je de volgende ronde van voren af aan beginnen.
Heel voordelig is dit soort veiling natuurlijk voor de verkoper. De normale verkoopprijs voor de iPad uit deze veiling bedraagt hier in Brasil 2099 reais. Als je op de afbeelding ziet dat de koper van de vorige veiling 23,63 reais heeft betaald, dan zijn er dus 2.363 lances van één real uitgebracht. Heeft de verkoper bijna 270 reais méér gebeurd dan de winkelprijs.
Brazilianen zijn gek op loterijen. Bij de loterijkantoren staan dikwijls lange rijen wachtenden, al zijn daar ook mensen bij die er de rekening voor elektriciteit of telefoon komen betalen. En op TV is er een speciaal ‘loterijprogramma’, waar je een woord moet zien te vinden in een soort anagram. Als je weet wat het woord is, moet je een nummer bellen tegen mobiel tarief en als je je daar meldt, krijg je allemaal quizvragen op je afgevuurd, waarbij de meeste mensen dus afhaken en veel geld kwijt zijn aan de gesprekskosten. Geen wonder dat een veiling als van de Bidshop hier behoorlijk populair lijkt te zijn.
Er is overigens één troost voor degene die bij Bidshop achter het net vist: je kunt op een knop klikken en de iPad kopen voor de winkelprijs, waarbij het geld dat je aan lances hebt besteed in mindering wordt gebracht. Dan ben je dat geld dus niet kwijt, maar je betaalt wel het volle pond. Helaas is dat mij te veel geld.

Water, wel en geen probleem

Hier in Mariana genieten we van wat nog niet in heel Brazilië de gewoonste zaak van de wereld is: waterleiding. Laatst probeerde ik uit een buitenkraan, dichtbij de plek waar de waterleiding mijn perceel binnenkomt, wat water te tappen. Tot mijn verrassing kwam er geen druppel uit de kraan. Kennelijk helemaal geen druk.
Gelukkig was er in huis wel water, dank zij het feit dat op de zolder van mijn huis en van de dependance drie watertanks staan van elk 500 liter. In het jaar dat ik in dit huis woon, is het me nog nooit overkomen dat we zonder water zaten, wel eens dat de druk wat lager was.
Ik had het wel al eens meegemaakt, in de kitchenete waar ik woonde toen ik hier een half jaar stage

liep als immigrant. Daar stonden boven in het gebouw ook twee tanks, werd me verteld, maar die waren te klein voor de waterbehoefte van een paar gezinnen en een alleenstaande; de huisbaas zei dat de gemeente het erbij liet zitten en dat er daardoor te weinig druk was. Eenmaal heb ik daar bijna een volle week met twee emmers naar een buitenkraan moeten lopen. Douchen deed ik als in Indonesië: mandiën met een maatbeker uit een emmer in de douche. Na vijf dagen was ik het zat en werd ik kwaad en daar zijn Brazilianen niet op ingesteld. De huisbaas werd zo klein als een muis en twee dagen later was er iemand bezig een extra pomp aan te sluiten. Toen was het leed geleden. Inmiddels had ik gehoord dat de omgeving nergens last van had, ook niet in veel hoger gelegen huizen.

Water uit de kraan is hier in de regel dus geen probleem. Maar het is verstandig dat water niet zomaar te drinken. In vrijwel elke Braziliaanse keuken kom je dan ook een waterfilter tegen. In afnemende mate zijn dat aardewerken filters, waar het water traag door een vela (letterlijk: kaars), een keramisch filter, sijpelt. In mijn vorige huis moest ik dat filter vaak met een borstel schoonboenen om de roodbruine aanslag eraf te krijgen. En eenmaal per jaar was het filter aan vervanging toe.
In mijn eigen huis hier heb ik naast zo’n filter een tweede tappunt aan de keukenkraan, verbonden met een aangebouwd filter. Dat is handig om even snel een halve liter water te filtreren. Er zit een filter in dat uit een soort staalwol lijkt te bestaan en dat een stuk sneller werkt dan de vela.

Hier maak ik de vela maar zelden schoon, want waar het water mijn perceel binnenkomt, ontmoet het meteen een filter van grote afmetingen, waar een soort piepschuimen elementen het water van de grootste verontreiniging ontdoen. Dat het geen luxe is, merkte ik toen ik, een maand of twee nadat ik hier mijn intrek had genomen, het filter opende (zie de foto boven). De filterelementen gingen schuil onder een dikke donkerbruine aanslag. Ook die elementen moeten om de zoveel maanden worden vervangen. Maar ze zorgen er wel voor dat de filters in de keuken nauwelijks nog iets te doen hebben.

Water is hier dus geen groot probleem. De inwoners van Mariana betalen er ook niet voor en dat

is te merken aan de enorme hoeveelheden water waarmee autowasserettes je auto onder handen nemen. Ik heb weleens gezegd: dat komt jullie nog duur te staan, want binnen afzienbare tijd gaat schoon water hier geld kosten. Maar dat willen de meeste Marianenses niet weten: water hebben we hier genoeg, zeggen ze. Dat het geen gegeven voor de eeuwigheid is hebben ze nog niet in de gaten.

Overigens lijken de filters een beetje op hun retour te zijn. Ik heb de indruk dat het chiquer wordt geacht plastic vaten met drinkwater te laten leveren door de man waar je ook een gasfles voor je fornuis bestelt. De planken die in de winkels vroeger vol stonden met de aardewerken filters (ook al in een plastic uitvoering, maar in hetzelfde model en met dezelfde kleur) worden meer en meer bewoond door plastic voetstukken met een kraantje waar zo’n plastic vat op kan rusten. Dat is dus al water waar je voor moet betalen. Een voorbode, zo zie ik het.

Op de foto’s: het filter waar het water mijn perceel binnenkomt met elementen die hun werk erop hebben zitten en een brandschoon element; een aardewerken filter en de kraan met aangebouwd filter in de keuken.

Tips voor een bezoek aan Rio de Janeiro

Pedro Mineiro, een andere in Nederland geboren liefhebber van Brasil, vroeg mij op zijn weblog tips te geven voor een bezoek aan Rio de Janeiro. Als er één stad op de wereld is waar ik echt gek op ben, dan is het Rio wel. Daarom ben ik graag op Pedro’s uitnodiging ingegaan.
Geïnteresseerd in tips voor een bezoek aan Rio de Janeiro? Kijk dan eens op het blog Pedro Mineiro. Je vindt daar heel veel tips en informatie over (reizen in) Brasil en over de banden tussen Brasil en Nederland. Van harte aanbevolen.

Op de foto: gezicht op de wijk Botafogo vanaf de Pão de Açucar, het Suikerbrood. In de verte: Cristo Redentor op de Corcovado.

Onze digitale revolutie heeft ook een nieuwe emancipatiegolf veroorzaakt, in die zin dat iedereen, ongeacht zijn kennis, ervaring, intelligentie, ieder ogenblik de hele wereld kan laten weten wat hij van alles vindt. Hofland, de Groene, 24-04-2012