De pé de coco (cocosboom) op het terras voor mijn huis heeft zich van zijn beste kant laten zien. Gisteren heb ik dertig cocosnoten kunnen oogsten en er zijn nog een stuk of tien blijven hangen.
Het is een heel werk om ze open te krijgen, als je
daar niet je dagelijks werk van maakt. De verkopers aan het strand en langs de straat zijn er zeer bedreven in: met een paar ferme en goedgemikte klappen van hun hakmes slaan ze aan de bovenkant een wig weg en daar steek je je canudo (rietje) in om van het verse água de coco (cocoswater) te genieten. Ben je daar klaar mee, dan ga je terug naar de man met het mes die de cocos in twee helften hakt en een scherf van de bast slaat die je als schepje kunt gebruiken om het vruchtvlees op te peuzelen.
Ik heb vandaag met een ijzerzaag, een groot keukenmes en heel veel tijd drie cocosnoten open gekregen. Van twee hebben we het sap meteen opgedronken, het sap van de andere gaat in de koelkast, met het leeuwendeel van het vruchtvlees. Voorlopig kunnen we even vooruit met die doos vol cocosnoten.
Aaah, água de côco, lekker!
En van eigen boom, dat geeft een extra kick!
Sommige mensen hebben ook alles. Zoals eigen kokosbomen :-).
Daar ben ik ook de koning te rijk mee!
Je komt toch wel zeker een literflesje cocossap naar Goiãnia brengen. Of kan ik het komen halen? Lekkerrrr.
Norbert, je bent van harte welkom! Ik kom ook vast eens naar Goiânia, maar niet op heel korte termijn.
Tudo bem?