Verkenner in Minas Gerais

De laatste tijd speel ik een beetje verkenner in de deelstaat Minas Gerais. Ik ben al een paar zondagen per auto op stap gegaan om stadjes in de nabije en verre omgeving te verkennen. Ik moet meteen de nadruk leggen op het woord ‘omgeving’, want Minas Gerais is zo groot dat je binnen de grenzen van de staat gemakkelijk een tocht van vier- of vijfhonderd kilometer kunt maken.
Twee weken geleden reed ik naar Prados, één van de minder bekende historische steden uit de tijd dat hier bakken vol goud werden gedolven. Prados ligt op een flinke steenworp afstand van het beroemde Tiradentes en São João del Rey. Prados werd in een gids aangeprezen vanwege de omvangrijke kunstnijverheid, leren kleding, leren schoenen en leren zadels die er worden geproduceerd. Maar het viel een beetje tegen, zeker als je het vergelijkt met Tiradentes en bijvoorbeeld Ouro Preto. Het voordeel van een zondag is dat het meestal rustiger is op de weg en in zo’n stadje (parkeren is dan geen probleem), het nadeel is dat bezienswaardigheden vaak dicht zijn en de commercie ook. Maar de tocht was niet helemaal voor niets, want er waren een mooie kerk (van buiten) te bewonderen en een aantal prachtige gevels van casarões, grotere woningen uit de gouden tijd.

Een week geleden bleef ik dichter bij huis en bezocht Santa Bárbara op ongeveer 65 km van Mariana. Alleen al de weg erheen is de moeite waard: die voert door een afwisselend glooiend en ruig bergland met mooie decors en uitzichten. Je rijdt langs Catas Altas, een echte stille parel in het land van de Serra do Caraça, een mooi bergmassief. Over een bezoek aan het Parque Nacional do Caraça, schreef ik al eerder op dit weblog.
Santa Bárbara bezocht ik nog niet eerder en ik was verrast door het interessante stadscentrum, met enkele echt bijzondere kerken en opnieuw casarões, historische huizen. Vlak naast de kerk staat een gebouw met een wat afwijkende architectuur dat vroeger de plaatselijke gevangenis herbergde. Dat is nog te zien aan de zwaar betraliede ramen op de begane grond. Het is vervallen, maar de restauratie is gestart en over een paar jaar is het een museum.
Van Santa Bárbara is het een kippensprong naar Barão de Cocais, alweer zo’n stadje dat duidelijke sporen draagt van de goudtijd, ook weer in de vorm van bijvoorbeeld een mooie barokke kerk. De stad is genoemd naar een baron, die het in Cocais, een stadje in de buurt, voor het zeggen had. Tussen Santa Bárbara en Barão de Cocais voert een mooie, groene weg naar de ingang van het natuurpark van Caraça.

Onderweg naar Prados viel een vers geasfalteerde kruising op met een bord dat verwees naar Santa Rita de Ouro Preto. Die naam was nieuw voor me en gisteren reed ik er naartoe, een rit van een kleine vijftig kilometer, waar je hier met gemak ruim een uur of zelfs anderhalf over kunt doen. In een gids had ik gelezen dat het een centrum is van de artesanato de pedra sabão, de zeepsteenkunstnijverheid. De producten daarvan kom je vooral in Ouro Preto tegen, onder andere op een beroemde markt. Volgens de gids worden dezelfde voorwerpen in Santa Rita aangeboden voor schappelijker prijzen.
Santa Rita op zichzelf is niet erg bijzonder, maar het ligt mooi op sterk glooiende hellingen met vindplaatsen van zeepsteen. En van de showrooms en winkeltjes waren er een paar open. Ik kwam terecht in een gebouwtje met een prachtige collectie producten in pedra sabão, van kleine schaaltjes tot een grote waterval (waarin het water met een aquariumpomp in beweging wordt gehouden). Vazen, schemerlampen, fotolijsten, schaak- en damborden, siereieren, bekers in vele soorten en maten, eierdopjes (niet als zodanig bedoeld, maar om er cachaça, de sterke drank uit suikerriet, uit te drinken), dienbladen, siervogels en -dolfijnen, het is er allemaal te vinden. En inderdaad: voor prijzen die heel sympathiek afsteken bij wat je er in Ouro Preto voor betaalt.
Door een tip van de verkoper in deze mooie winkel deed ik op de terugweg Itatiaia aan, een piepklein plaatsje met ook alweer een barokke kerk. Daar was het uitgesproken druk en gezellig. Op het kleine centrale plein overvolle terrassen. Weekendgasten uit het naburige Belo Horizonte; er stonden veel auto’s uit die plaats en bij een aantal huizen hing een bord of vlag die erop attendeerde dat het pand voor het weekend te huur is.
Met deze uitstapjes groeit geleidelijk aan mijn beeld van de streek. En rondrijdend denk ik menigmaal: als me eens iemand uit Nederland komt opzoeken, dan neem ik haar/hem mee hier naartoe.

Foto’s: geheel boven de gevel van een casarão in Prados. Vervolgens: uitzicht vanaf een restaurant in Catas Altas op de Serra do Caraça. Derde foto: twee grote brokken pedra sabão (zeepsteen) op het kerkplein van Santa Rita de Ouro Preto. Beneden: de aandoenlijke, tamelijk eenvoudige gevel van de barokke kerk in Itatiaia.

2 gedachten over “Verkenner in Minas Gerais”

  1. Als ik de foto’s bekijk lijkt het echt nog heel erg op Portugal. De onderste foto met het kerkje is vrijwel identiek aan een foto die ik deze zomer in Portugal maakte. Zelfs de bestrating er omheen is hetzelfde. Ik zou graag eens in Brazilië kijken.

    Groet vanuit Spanje.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *