De laatste tijd speel ik een beetje verkenner in de deelstaat Minas Gerais. Ik ben al een paar zondagen per auto op stap gegaan om stadjes in de nabije en verre omgeving te verkennen. Ik moet meteen de nadruk leggen op het woord ‘omgeving’, want Minas Gerais is zo groot dat je binnen de grenzen van de staat gemakkelijk een tocht van vier- of vijfhonderd kilometer kunt maken.


Santa Bárbara bezocht ik nog niet eerder en ik was verrast door het interessante stadscentrum, met enkele echt bijzondere kerken en opnieuw casarões, historische huizen. Vlak naast de kerk staat een gebouw met een wat afwijkende architectuur dat vroeger de plaatselijke gevangenis herbergde. Dat is nog te zien aan de zwaar betraliede ramen op de begane grond. Het is vervallen, maar de restauratie is gestart en over een paar jaar is het een museum.
Van Santa Bárbara is het een kippensprong naar Barão de Cocais, alweer zo’n stadje dat duidelijke sporen draagt van de goudtijd, ook weer in de vorm van bijvoorbeeld een mooie barokke kerk. De stad is genoemd naar een baron, die het in Cocais, een stadje in de buurt, voor het zeggen had. Tussen Santa Bárbara en Barão de Cocais voert een mooie, groene weg naar de ingang van het natuurpark van Caraça.

Santa Rita op zichzelf is niet erg bijzonder, maar het ligt mooi op sterk glooiende hellingen met vindplaatsen van zeepsteen. En van de showrooms en winkeltjes waren er een paar open. Ik kwam terecht in een gebouwtje met een prachtige collectie producten in pedra sabão, van kleine schaaltjes tot een grote waterval (waarin het water met een aquariumpomp in beweging wordt gehouden). Vazen, schemerlampen, fotolijsten, schaak- en damborden, siereieren, bekers in vele soorten en maten, eierdopjes (niet als zodanig bedoeld, maar om er cachaça, de sterke drank uit suikerriet, uit te drinken), dienbladen, siervogels en -dolfijnen, het is er allemaal te vinden. En inderdaad: voor prijzen die heel sympathiek afsteken bij wat je er in Ouro Preto voor betaalt.

Met deze uitstapjes groeit geleidelijk aan mijn beeld van de streek. En rondrijdend denk ik menigmaal: als me eens iemand uit Nederland komt opzoeken, dan neem ik haar/hem mee hier naartoe.
Foto’s: geheel boven de gevel van een casarão in Prados. Vervolgens: uitzicht vanaf een restaurant in Catas Altas op de Serra do Caraça. Derde foto: twee grote brokken pedra sabão (zeepsteen) op het kerkplein van Santa Rita de Ouro Preto. Beneden: de aandoenlijke, tamelijk eenvoudige gevel van de barokke kerk in Itatiaia.
Als ik de foto’s bekijk lijkt het echt nog heel erg op Portugal. De onderste foto met het kerkje is vrijwel identiek aan een foto die ik deze zomer in Portugal maakte. Zelfs de bestrating er omheen is hetzelfde. Ik zou graag eens in Brazilië kijken.
Groet vanuit Spanje.
Fascinerend hoe de koloniale machten wereldwijd hun sporen achter lieten, zoals in de inderdaad zeer Portugees ogende ‘historische stadjes’ van Minas Gerais, waar Constant over schrijft.
Voor wie meer wil weten over die koloniale sporen van Portugal overal in de wereld:
http://www.colonialvoyage.com/