
Het moet begin september 1944 zijn geweest, vlak vóór Sittards bevrijding. De Duitsers vluchtten naar huis. De godganse dag trokken er colonnes met legervrachtwagens over de rijksweg, dwars door Sittard en vlak vóór ons huis langs naar het noorden. Het zag ernaar uit dat het een ongeorganiseerde terugtocht was. Er kwamen behalve die colonnes ook afzonderlijke soldaten op de fiets langs. Ik herinner mij dat op de laadbak van een vrachtauto een paar Duitse soldaten half verscholen waren achter plunjezakken. Vóór hen een jutezak, waaruit de kop van een gans omhoog stak. Hun lunchpakket?
Op het kruispunt bij ons huis stond een wat oudere Duitse militair het verkeer te regelen. In mijn herinnering gebruikte hij maar een heel beperkt vocabulaire. Terwijl hij met zijn arm zwaaide, leek hij de hele dag alleen maar Tempo! Tempo! te roepen.
Maar dat hij, als het nodig was, een uitgebreidere woordenschat had, bleek toen mijn vader het aan de stok kreeg met een soldaat die de fiets vorderde van een bezoeker die met mijn vader bij de stoep stond te kijken naar de terugtocht van de bezetters. ‘Heb je daar toestemming voor?’ vroeg mijn vader aan de Duitser. Eerder had hij daarmee wel eens succes gehad. Maar nu ging het anders. De jonge soldaat trok een revolver, de verkeersregelaar zag het en schreeuwde naar mijn vader: ‘Laufen Sie was Sie laufen können!’. Op de stoep van de Wilhelminastraat naast ons huis stonden platanenbomen en mijn vader zigzagde als een haas tussen de bomen door. De schoten van de Duitser gingen steeds langs de andere kant. Dat hoorden we later van mensen die het hadden zien gebeuren.
Ik stond bij mijn moeder in de keuken en we hoorden kogels langs fluiten. Een kennis van mijn ouders kwam aarzelend de keuken in en vroeg aan mijn moeder: ‘Weet u dat er op uw man is geschoten?’
Een uur later kwam mijn vader weer tevoorschijn. Hij had zich schuil gehouden in een verborgen ruimte in de naast ons huis staande school.
Deze herinnering past heel mooi bij wat mijn vader vaak zei: onder die Duitsers zijn ook heel goede mensen, hoor. Dat werd hem wel eens kwalijk genomen door mensen die er liever een beperkte blik op nahielden. Maar voor mij was het een wijze levensles.
Bij diezelfde ongeorganiseerde armoedige aftocht van de Duitsers langs ons huis stond deze jongen heel dapper te schreeuwen “rotmoffen” en kreeg van een -denk ik nu- bezorgde en het niet vertrouwende vader mijn eerste en enige klap om de oren. Hoe een herinnering zich vast kan zetten!
Mooie memorie met gelukkig een goede afloop.
Ik ben weliswaar van na de oorlog, maar kreeg via familieverhalen en door jeugdboeken als ‘Reis door de nacht’ van Anne de Vries en ‘Van Hollandse jongens in de Duitse tijd’ van Aart Romijn de Duitse bezetting nog wel enigszins mee.
ik heb het vaker horen vertellen en dan denk ik steeds, als als als… dan was ik er nooit geweest…
ze namen niet alleen fietsen mee!
Constant ik herinner me een verhaal van vader of moeder over jou in Enschede
” die Duitsers nemen al onze trekkarretjes mee “
Dank voor je reactie, Jenneken. Dat laatste herinner ik me niet meer.
Meer! We willen meer herinneringen!
😉
Groet!
Bert
Een herinnering uit mijn tijd bij de padvinderij, de welpen om precies te zijn:
Wij dob dob dob!
Dat stond voor: wij doen ons best!
hier staat ook nog wel wat leuks…..http://www.dekollenberg.nl/?page_id=2734
en als je vriend wordt op mijn Facebook, heb je toegang tot een hele berg oud-Sittard fotos
http://www.facebook.com/rob.houben1958 (plus een hoop fotos van 1940-1945 uit de regio)