Tagarchief: 1955

Memorie 18: Sociale controle

Met klasgenoten op de dag van de diplomauitreiking, op de stoep van het Bisschoppelijk college Sint Jozef. 25 juni 1955

Omdat er geen keus was, ging ik voor mijn gymnasiumopleiding naar het Bisschoppelijk college Sint Jozef in Sittard. Toen ik er in 1947 binnenstapte was die school met duizend leerlingen (waarvan enkele honderden in het internaatsdeel) de grootste school voor voortgezet onderwijs van het land. De vooruitstrevende rector Op de Coul vond dat eigenlijk te groot en streefde naar een wat lager leerlingaantal.

Als leerlingen werden wij geacht ons netjes te gedragen en de controle op ons gedrag was opgedragen aan drie priesterleraren die de functie van ’prefect’ vervulden. Er was één prefect voor de jongens in het internaat en voor alle anderen waren er twee: één voor de ’externen’ die binnen de grenzen van de parochie van het stadscentrum woonden en één voor alle ’buitenexternen’ die verder van de school woonden, tot soms wel vijftien kilometer.

Ik had mazzel dat ik heel dicht bij de school woonde en dus tot de ’binnenexternen’ behoorde, want onze prefect, de priesterleraar Franken, die naar de bijnaam Loki luisterde, was een uiterst beminnelijk man.

Maar zijn collega die de scepter zwaaide over de buitenexternen, had een strengere taakopvatting. Als hij in je buurt was, moest je op je gedrag letten. Eén van mijn klasgenoten ondervond dat toen hij op de ochtend na een vrije woensdagmiddag werd aangesproken door de prefect. ”Ik kwam jou gisterenmiddag op straat tegen met een meisje.” O. ”Ja, en dat was niet zo’n net meisje.”

De volgende dag kreeg de prefect bezoek van de ouders van de klasgenoot. Dat meisje was namelijk hun dochter, die met haar broer was ’betrapt’.

Niet alleen de school zorgde zo voor de sociale controle. Op een ochtend moest ik me om half tien bij de tandarts melden. Tien minuten tevoren liep ik er door de winkelstraat van Sittard naar toe. Een wildvreemde mijnheer keek naar mij vanaf de overkant van de straat, stak over en vroeg mij: ”Moet jij niet naar school?!” Ik antwoordde dat ik onderweg was naar de tandarts. ”Weten je ouders daarvan?” Toen ik daarop ja antwoordde, liet hij me doorlopen. Van leerplichtambtenaren had in die tijd nog nooit iemand gehoord en die waren dus ook helemaal niet nodig.