Tagarchief: Enschede

Herinnering aan de Tweede Wereldoorlog

Een tastbare herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, die ik meemaakte in Enschede en in Sittard. Iedereen die in het bevolkingsregister was ingeschreven kreeg een Distributiestamkaart en op vertoon daarvan werden bonnen uitgereikt die konden worden ingewisseld voor levensmiddelen, kleding of, als je daarvoor in aanmerking kwam, bijvoorbeeld een fiets. Verzetsgroepen deden overvallen om distributiekaarten en bonnen te bemachtigen voor mensen die waren ondergedoken.
In de loop van de oorlog werden de oorspronkelijke stamkaarten vervangen door deze Tweede Distributie Stamkaart. Het kon gelukkig niet voorkomen dat het verzet voor onderduikers in nieuwe kaarten kon voorzien.

Op Wikipedia is meer informatie over het distributiesysteem te vinden.

Klik op de foto’s om ze groter te zien.

 

Memorie 20: De radio ondergedoken

De Philips radio van mijn ouders

Iemand herinnerde mij naar aanleiding van Memorie 19 aan het feit dat je in de oorlog geen radio mocht hebben. Die moest bij de Duitsers worden ingeleverd.

Wij woonden, toen de oorlog begon, in Enschede en één van mijn vroege herinneringen is dat mijn ouders een gesprek hadden over de vraag of zij de radio zouden inleveren of niet. Mijn moeder was er, als ik het me goed herinner, voor om geen onnodig risico te lopen en dat ding maar in te leveren. Maar vader voorzag dat het een belangrijke bron van informatie kon zijn en uiteindelijk bleef de radio in huis, zij het uiteraard op een verborgen plek.
Mijn vader legde mijn zus en mij uit dat wij maar net moesten doen of we al een hele tijd geen radio meer hadden. Ik vatte dat letterlijk op en toen mijn zus de volgende dag een schoolboek kwijt was en mopperde: gisterenavond lag het nog op de radio, zei ik: hoe kan dat nou, we hebben toch al lang geen radio meer?
In de pastorie in Sittard, waar we eind 1942 naar toe verhuisden, zat boven wandkasten in de slaapkamer van mijn ouders een soort verborgen bergruimte, waar vader de radio in wist te wurmen. Als hij de kust veilig waande, tilde hij een plank op, trok een verlengsnoer tevoorschijn en kon net bij de volumeknop. Zo volgden we het nieuws van Radio Oranje.
We hadden in de zomer van 1944 een groepje Duitsers ingekwartierd gekregen die in onze voorkamer een verbindingscentrum hadden ingericht. Twee dagen vóór de bevrijding kwam de jonge commandant mijn vader halen. Komt u bij ons maar even naar het laatste nieuws luisteren, zei hij; het duurt niet lang meer voordat u bevrijd zult zijn. Naderhand vertrouwde hij mijn vader toe dat ze wel in de gaten hadden dat wij zelf ook naar de radio luisterden.
Het waren vriendelijke militairen, die weleens een praatje waren komen maken. Een voorbeeld van het gelijk van mijn vader dat er ook goede Duitsers waren. Op de ochtend van hun vertrek haalde de commandant vader op en hij zette de twee of drie anderen in de gang in de houding. Hij meldde zich bij vader af met de wens dat de Amerikanen ons snel zouden bereiken.