Tagarchief: Joris Luyendijk

Na het lezen van Joris Luyendijks ‘Dit kan niet waar zijn’

Met het lezen van Joris Luyendijks boek ‘Dit kan niet waar zijn’ ben ik al een tijdje geleden begonnen, maar het schoot niet echt op. Doordat het op mijn iPad aan het oog onttrokken was zodra ik het even ‘dichtsloeg’ drong het zich niet aan me op. Wat dat betreft verdient een papieren boek mijn voorkeur.
In dat opzicht kwam het goed uit dat internet bijna een week lang onbereikbaar voor me was. Daardoor heb ik gisteren de laatste virtuele bladzijde van het boek omgeslagen. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu kan zeggen dat ik het heb gelezen, maar aan de andere kant ben ik er in geen enkel opzicht vrolijker van geworden.
Zoals je misschien weet, beschrijft Joris Luyendijk in zijn boek de wereld van de grote banken in de Londense City. Aan de hand van interviews met mensen die daar zelf werken of hebben gewerkt beschrijft hij hoe deze mensen en de directies van de banken tegen hun werk aankijken en welke normen zij daarbij in acht nemen. Als je leest hoe het er daar aan toe gaat, kan gemakkelijk het woord immoreel in je opkomen, maar Luyendijk waarschuwt je daartegen. Van de geïnterviewden heeft hij geleerd dat het functioneren in die financiële wereld niet immoreel is, maar a-moreel. Kort gezegd mag alles zolang het niet bij wet verboden is en zolang je er je eigen collega’s maar niet mee in de wielen rijdt.
Vragen van moraliteit komen vaak pas op als mensen hun baan opzeggen of er uit worden gegooid.
Aan het einde van het boek confronteert Joris de lezer met de wrange werkelijkheid dat de financiële wereld hoognodig binnen de perken moet worden gehouden om te voorkomen dat zich opnieuw een crisis voordoet zoals in 2008. En aan de andere kant confronteert hij ons met het feit dat alleen de politiek daarvoor zou kunnen zorgen, terwijl hij ook duidelijk maakt hoe de politiek en de financiële wereld nauw verweven zijn en dat veel politici in de ban zijn van een glansrijke toekomst in die financiële wereld. Het zal niet verbazen dat ik bijna bij elke bladzijde wel een keer aan Dijsselbloem moest denken, die naar mijn overtuiging sterke banden met de financiële wereld heeft, banden die alleen maar sterker worden. Gisteren of eergisteren las ik in een bericht op de site ‘Verhuis je geld‘ dat Dijsselbloem had opgemerkt dat er met de banken niets mis is. Heeft hij dit boek niet gelezen, heeft hij zijn ogen gesloten of is hij ook al helemaal in de ban van de verleidingen waarvoor onder anderen Blair en Balkenende zijn bezweken (misschien is ‘bezweken’ niet het goede woord, misschien hadden ze er bewust naar toe gewerkt)?
Joris Luyendijk waarschuwt ergens dat we de politiek dus niet links moeten laten liggen, een neiging die ik zelf wel steeds sterker voel. Maar ook hij weet niet duidelijk te maken op welke manier de politiek nog is te beïnvloeden. Zelf heb ik sterk het gevoel dat de politiek er juist voor heeft gezorgd dat ze zich aan democratie niet meer hoeft te storen en samen met de financiële wereld en het grote bedrijfsleven de dienst kan uitmaken, zoals we nu bewezen zagen met wat de Grieken is aangedaan.
De slotsom is dus eigenlijk dat de kans dat ik als bijna tachtigjarige nog kan meemaken dat de financiële wereld binnen de perken wordt teruggejaagd vermoedelijk te verwaarlozen is. En daarmee is de kans levensgroot dat onschuldige burgers straks opnieuw moeten bloeden voor het wangedrag van banken én van politici.